214 Ik zal niet verder op de technische details iDgaan, maar wil nu gaarne, als slotsom mijner redeneering, aanteekenen le. Dat het Indische Leger, met het oog op zijn aanhoudenden strijd tegen den Inlandschen vijandeen sneller vurend geweer moet hebben, ten einde nog meer overwicht op dien vijand te verkrijgen. 28. Dat het moet zijn een magazijngeweer, dat de enkellading volkomen uitsluit en zelf het sluiten van den sluittoestel belet, als het magazijn ledig is geschoten. (Uitteraard spreek ik thans niet over de talrijke andere eischen, waaraan het zal moeten voldoen). Tot besluit dezer opmerkingen diene een zeer kort woord over hetgeen onze toekomstige schietopleiding te verwachten geeft. Nog altijd is waar, hetgeen Hanckar in zijn „vermogen en ge bruik der hedendaagsche handvuurwapenen" zegt: „Bij het salvovuur is de omstandigheid, dat de schutter slechts een bepaalden tijd heeft om te laden en te richten en daarbij zijne aan dacht op het commando moet vestigen, oorzaak, dat het richten moeielijker valt; bij het tirailleurvuur moet de reden daarvan ge zocht worden in de omstandigheiddat door den kruitdampdie voor het front blijft hangen, het doel niet altijd even goed zichtbaar is en de troep door het voortdurend geknal rechts en links onrustig wordt. Ware dit bij het tirailleurvuur niet het geval, dan zou, wijl het den man daarbij niet aan tijd en middelen ontbreekt, om zijn schot goed gericht af te geven, de spreiding der schoten bij dat vuur aanmerkelijk geringer moeten zijn dan bij het salvovuur en (leesdaar zulks thans bij het tirailleurvuur ivel het geval is) de ondervinding leert, dat bij salvovuur volstrekt niet slechter geschoten wordt dan bij tirailleurvuur.'' Het salvovuur, zooals het door ons wordt beoefend, is thans eene noodzakelijke methode, bijna uitsluitend met het oog op den rook. Hebben we eenmaal een voortdrijvend middel, dat weinig of geen rook ontwikkelt, dan verdwijnt de noodzakelijkheid om het salvovuur volgens diezelfde methode te beoefenen. Het gelijktijdig aftrekken op commando de belangrijkste reden der groote spreiding is dan niet meer noodig; commandeert de groepscommandant „één patroon", dan doet elk man één schot en trekt een ieder af, als hij zijn ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 227