215 weer gericht acht en wacht het bevel tot een volgend schot in de houding „vaardig" af', zoodat het vuur in de hand blijft. Deze wijze van vuren zou men individueel salvovuurkunnen noemen, terwijl men het snellere vuur zou kunnen laten uitvoeren op de commando's: „tweepatronen," „driepatronen" of „snelvuur." Ten einde met deze methode het gewenachte doel te bereiken, zou men voor de individueele beoefening van het juistheidsschot nog meer tijd beschikbaar moeten stellen dan men thans doet, hetgeen ook zeer goed mogelijk zou zijn, indien men de minder gewichtige oefeningen beperkte en de overbodige zooals de le afdeeling batal- jonsschool afschafte. Het spreekt wel vanzelf, dat die schietoefeningen geen plaag voor officieren en manschappen zouden moeten worden. De vrijheden, die thans reglementair aan de manschappen zijn toegestaan, zooals b. v. het rooken, zouden ook voor den officier moeten gelden, die hoe hoogst gewichtig hij deze oefening ook achten moge een stalen ijver bezitten moet om van het begin tot het einde met ivel- gemeende belangstelling de schietoefening bij te wonen, als deze lang duurt en dikwijls plaats vindt. Bovendien schijnt het mij volkomen overbodig, dat de compagniescommandant van het begin tot het eind der oefening van de eene baan naar de andere loopt om toezicht te houden. "Weet een kapitein eenmaal, dat hij officieren heeft, die hunne taak goed behartigen, dan is zijn onafgebroken toezicht niet meer noodig en is het, èn voor hem, èn voor zijne luitenants, veel aangenamer en opwekkender, als hij op zijne beurt zelf eene baan kan nemen (1). Maar deze wensch zal wel tot de „vrome" blijven behooren, aangezien men zich nu eenmaal krampachtig vastklemt aan de verouderde gewoonten om de luitenants steeds op de vingers te kijken, hunne vrijheid van handelen te belemmeren, hun te beletten zich zeiven tot zelfstandig handelend persoon te vormen en de aan kweeking van het initiatief met geweld te onderdrukken. Bij dit korte woord over onze toekomstige schietopleiding wensch ik het thans De eerste alinea van 9i van het schietvoorschrift geeft daartoe de volle vrij heid. Vergis ik mij niet, dan is speciaal met het oog op den hierboven geuiten ■wensch het woord „luitenant" 96 oude Voorschrift) door „officier" vervangen. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 228