217 En hoe sneller het vuur wordt, des te meer stijgt het bewustzijn van eigen kracht. Gaarne wordt intusschen toegegeven, dat een snel- vurend wapen in vele gevallen een schadelijk instrument kan zijn in han" den van slecht of iveinig geoefenden. Het kan dan aanleiding geven tot overhaasting, tot het „uit de hand" geraken van den troep. Had men b. v. de musketiers van Prins Maurits plotseling met Beau- montgeweren gewapend en na een oefeningstijd van weinige dagen in het vuur gebracht, wat zouden zij zich dan weinig op hun gemak hebben gevoeld(met zulk een vreemd geweer). Zouden ze echter in oogenblikken van groote vuursnelheid en veel rook, den vijand met het Beaumont minder treffers hebben toegebracht dan met het musket?" Men zal wel van het tegendeel overtuigd zijn. Niettemin is, zooals reeds duidelijk te kennen werd gegeven, eene stelselmatig, stram geoefende infauterie, aan wier karaktervorming de meest mogelijke zorg is besteed, een der grondslagen voor het ontwerp van een nieuw oorlogsgeweer. Bij zulk eene infanterie zal het gevaar van paniek, tengevolge van het uit de hand geraken en van de koortsachtige vuurversnelling, uiterst gering zijn. Eene ingewortelde vuurdiscipline en het karakter van den troep en van den zonder rechtsst.reeksche leiding vechten den soldaat zullen dat gevaar in den regel verhoeden. En mocht het geval van paniek zich onverhoopt voordoen, dan zal dat karakter in zulk een oogenblik toch nog ruime renten afwerpen." De heer Breijer heeft in het Indische Leger, èn als practicus èn als theoreticus, een zeldzaam gunstigen naam. Elk officier weet dit en elk officier erkent, dat die naam hem toekomt. Elk betoog van hem heeft daardoor „a priori" reeds groote waarde. Ik heb het vorenstaande geschreven in de vaste overtuiging, daar door zijne stellingen te weerleggen; maar ik wil me volstrekt niet tegenover hem stellen met de bewering, dat ik gelijk heb. Hoewe ik dit thans volstrekt niet inzie, is het zeer wel mogelijk dat ik on gelijk heb.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 230