230 wanneer de gelegenheid slechts eenigszins bestaat. Vooral de onder wijzers moeten ook in deze richting geoefend worden, en voor het onderricht meer aanwijzingen vinden in het voorschrift. „Ook bij het klassenonderricht kan en moet gevergd worden, dat alle stooten (houwen) kort, krachtig en vlug worden toegebracht, zonder eenige gelijkmatigheid met de nevenlieden te vorderen." Dit is volkomen waar, maar het toezicht op de goede uitvoering der bewe gingen, vooral indien ze wat samengesteld zijn, is bijna onmogelijk, wanneer ze niet gelijk geschieden. Juist daarom zijn de resultaten bij het klassenonderricht in het schermen zoo gering; aan den eenen kant mag men geene gelijkmatigheid eischen, aan den anderen kant is men geneigd het wel te vorderen, omdat er anders licht wanorde ontstaat, en het toezicht zeer bezwaarlijk wordt. Bovendien brengt men de leerlingen nooit verder, wanneer er niet de noodige ambitie bestaat; het klassenonderricht nu is uitermate geschikt om alle ambitie te dooden, en den meest ijverige onverschillig te maken en inslaap te wiegen. Passeti. Blz. 349. „Passen maken." „Nastoot" spreekt hier van „in de rondte springen", eene uitdrukking, die ik in mijn opstel in het geheel niet gebezigd heb, en ook niet mijne bedoeling weergeeft. In de eerste plaats toch heb ik het alleen gehad over passen voor- en achterwaarts en niet over bewegingen in de rondte, zooals wendingen en passen zijwaarts; in de tweede plaats heb ik niet van „springen" gesproken. Den sprong achterwaarts keur ik zelfs af (zie boven). Den pas achterwaarts acht ik niet gevaarlijk. Het doel is wel: „voorwaarts", maar ik moet bekennen, dat ik liever een oogenblik blijf staan of zelfs wat terugwijk, als mijn leven wordt bedreigd, dan er maar als een razende Roland op in te stormen. Ik heb echter sympathie voor menschen, die daartoe in staat zijn, maar in de eerste plaats is het jammer, dat men ze zoo weinig ontmoet, ten minste degenen, die de daad bij het woord voegen, en in de tweede plaats, dat ze zoo licht hun hoofd te pletter loopen. Het doel is nog voorwaarts gedurende den bajonetaanval, die dan ook met de grootste energie en krachtsinspanning moet worden door-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 243