231 gezet. Is de bedreiging met het blanke wapen echter niet voldoende om den vijand uit zijne stelling te verdrijven, dan zal men wel tot staan moeten komen; het bajonetgevecht moet dan de beslissing geven. Hoewel ook hierbij het doel moet zijn de tegenpartij terug te werpen, zoo wordt dit toch eerder bereikt door een goed gebruik van het geweer als stootwapen dan door een roekeloos opdringen. Vooral meerdere geoefendheid, lichamelijke kracht en getalsterkte zullen over den uitslag beslissen. Blz. 351. Punt 1°. Het is waar, dat de strijdende partijen toch op een gegeven oogenblik halt moeten maken, wanneer ze op elkaar inloopen. Daarbij moeten ze echter ook bijtijds de houding van het geweer volgens 147 Recrutenschool verwisselen tegen de ge vechtsstelling. Van tijd tot tijd eene dergelijke oefening te laten houden is dus niet kwaad. Fransche methode onderling. Blz. 351. Fransche methode, Dat men de Hollanders in het bui tenland bij schermwedstrijden volgens hunne eigene methode moet laten kampen, zal wel een gevolg zijn van het groote verschil der beide vechtwijzen, dat vooral in het voordeel is dergenen, die de Fransche methode volgen. Zij toch kunnen zich door een vluggen pas onttrekken aan het wapen der tegenpartij, die wel genoodzaakt zal zijn met zijn wapen in de vuist vooruit te komen, waaraan hij niet gewoon is, zoodat hij blootstaat aan verraséingsstooten (coup de temps, coup d'arrêt), vooral bij het oplichten van den voorsten voet, dat al licht eene afwijking van het wapen ten gevolge heeft. Men kan toch moeilijk aan den ander voorschrijven, dat hij juist op zijne plaats moet blijven staan, wat in het werkelijke gevecht ook niet gebeurt en een strijd tusschen twee niet even groote tegen standers onmogelijk maakt. Blz. 353. 1°. Onderricht aan man voor man. Ook mijns inziens is dit moeilijk toe te passen, wanneer men zoo veel leerlingen heeft als in den regel bij het bajonetschermen. Haakt men eene algemeene verdeeling in drie klassen, zooals boven door mij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 244