HET INDISCHE LEDER IN DE TWEEDE KAMER.
Vervolg van blz. 181).
(Slot).
Hoezeer de werving bij de koloniale reserve zeer bevredigend mag
genoemd worden en ook de aanvulling door Harderwijk geen min
dere resultaten geeft dan vroeger, waag ik het toch den Minister in
overweging te geven nieuwe pogingen aan te wenden tot het ver
krijgen van Afrikanen. Men moet zich hierbij niet laten afschrikken
door mislukte pogingen. Meermalen is herinnerd aan de goede
eigenschappen van den Afrikaanschen soldaat, en nog onder generaal
van dee Heijden hebben wij bij de bemachtiging van Senelop ge
zien, dat de Afrikanen, wat militaire waarde aangaat, met de Euro
peanen op eene lijn gesteld kunnen wordendoor de Inlanders wor
den de Afrikanen zelfs genoemd blanda itamdat wil zeggenzwarte
Hollanders.
Hu heeft de Arnhemsche Courant onlangs de aandacht gevestigd
op een geschrift van den overste de la Parba, vroeger in West-
Indischen dienst, thans in Oost-Indië In dat geschrift wijst die hoofd
officier op de bruikbaarheid van de West-Indische negers voor ons
leger. Wanneer met den noodigen tact werd te werk gegaan, wan
neer men iemand naar West-Indië zond, met de negers bekend, dan
zoude waarschijnlijk de werving daar zeer goede resultaten opleveren.
Nu wij zulk een behoefte hebben aan versterking van ons leger,
geef ik den Minister in overweging dit onderwerp nog eens aandach
tig na te gaan.
Het is een verblijdend verschijnsel dat de Regeering steeds voort
gaat met het inrichten van zoogenaamde dagverblijven voor mili
tairen en het verschaffen van zeer eenvoudige woningen voor gehuwde
onderofficieren en soldaten. Die maatregelen bevorderen zeker de
opgewektheid, de gezondheid, de moreele en physieke kracht van
het leger en werken gunstig op de werving.