286 Ik kan niet anders doen dan den Minister verzoeken met kracht in deze richting voort te gaan, en geef daarbij in overweging om de vergunning tot het aangaan van een huwelijk voor de Europee- sche militairen uit te breiden, bijv. bij reëngagement. Mij dunkt dat het meer dan tijd wordt om te streven naar een meer geregelden, meer beschaafden toestand. Ik twijfel niet of door uitbreiding dier vergunning zal de morali teit in hooge mate worden bevorderd, terwijl ook het misbruik van sterken drank, waarover nog zoo erg geklaagd wordt, daardoor zeer zal worden tegengegaan. De promotie van de officieren bij de infanterie is door de nieuwe organisatie verminderd. Er zijn drie hoofdofficiers- en vier kapiteins plaatsen minder dan voorheen. En ofschoon wij hier wel niet kun nen beoordeelen of er hoofdofficieren in Indië gemist kunnen worden, zou ik toch den Minister iu overweging durven geven om een hoofd officier te plaatsen bijv. aan het hoofd van het subsistentenkader te Batavia. Door opheffing van het suppletiedepot heefc dit kader meer uitbreiding gekregen, en ik geloof dat het geen weelde zou zijn wanneer dat korps, nu in twee compagnieën verdeeld, werd gecommandeerd door een hoofdofficier. Ik hoop dat de Minister de autoriteiten daarover nog eens zal raadplegen. Als commandant zou dan een majoor kunnen worden aangewezen. Nu ik toch over majoors spreek, moet ik even op een oud thema terugkeeren en verklaren dat ik niet begrijpen kan, waarom de Re- geering zich verzet tegen het denkbeeld om den rang van majoor af te schaffen. Als gevolg van de nieuwe organisatie zijn er nu 1/3 luitenant-kolonels en 2/3 majoors, maar het spreekt van zelf, dat, wanneer die majoors bevorderd worden tot luitenant-kolonel, zij, in negen van de tien gevallen, zullen worden overgeplaatst naar een ander commandement, hetgeen financieel nadeelig is, èn voor den Staat èn voor de personen zelf. Bovendien weten wij, dat het, bij vele expeditiën, onder andere ook bij de eerste Atjeh-expeditie ge bleken is, dat het zeer schadelijk voor 's lands belang kan werken, wanneer majoors, die ouder hoofdofficier zijn dan een of ander ka pitein-luitenant ter zee, toch onder diens commando moeten werken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 249