240
Wat betreft de adjudant-onderofficieren, dienstdoende officieren,
ik geef toe dat de titel wel wat lang isdaarom zijn zij in de for
matie vermeld als onderluitenants de geachte afgevaardigde meent
dat hun traktement te hoog zou zijn, wanneer men het gelijk stelt
met het traktement van tweede-luitenant, omdat van de tweede-lui
tenants meer diensten kunnen worden gevorderd en omdat de tweede
luitenants eene moeilijker voorbereiding achter zich hebben. Ik moet
opmerken dat wanneer de onderluitenants, wat de theorie betreft,
bij de tweede-luitenants zullen achterstaan, zij als practisch gevormde
militairen daarentegen in andere opzichten misschien weder iets zullen
voor hebben. Yerder herinner ik dat de onderluitenants hun baton
de maréchal bereikt hebben, terwijl de tweede-luitenants eerst staan
aan het begin van hunne carrière. Door de instelling van den be
doelden rang stelt men zich verder ook ten doel de minderen tot
uitstekende plichtsbetrachting aan te wakkeren. Ook met het oog
daarop mag het traktement niet te klein zijn.
De heer Kielstra: Ik constateer met groot genoegen, dat in deze
materie de Minister en ik niet zoo ver van elkander staan als de
Memorie van Antwoord deed vermoeden. Ik dank Zijne Excellentie
voor de gegeven toezeggingen, die mijn vertrouwen verlevendigen dat
het onwettig surrogaat weldra tot de geschiedenis zal behooren.
De heer Kielstra: Ik wensch een oogenblik de aandacht der Kamer
te vragen met betrekking tot de reorganisatie der artillerie, die, zooals
in de Memorie van Antwoord wordt medegedeeld, in Indië „vertra
ging heeft ondervonden.
Deze motiveering van niets doen heeft mij allerminst bevredigd.
Reeds meer dan een jaar geleden zijn zoo ongeveer alle vestingen
op Java opgeheven, werd althans daartoe het besluit genomen. En
nu blijft men nog de door die opheffing geheel of grootendeels over
bodig geworden vestingartillerie aanhouden, tot groot financieel nadeel
van den Staat!
Mij dunkt, dat dit niet aangaat. Wanneer men in Indië nalatig
blijft in het regelen der gevolgen van door de Kroon bevolen maat
regelen, dan ligt het voor de hand dat de Minister zelf de zaak ter