246 1 Generaal-Majoor, Commandaut der Bereden Artillerie, aan wien zijn toegevoegd 2 Kapiteins, terwijl nog 1 Majoor ten zijnen bureele is te werk gesteld. Al verder zijn bij de staven der regimenten ingedeeld 2 Kolonels, 2 Luitenant-Kolonels, 3 Kapiteins-Adjudanten, 1 Luitenant-Adjudant, 3 Kapiteins voor speciale diensten, 1 Luitenant idem en verder bij de afdeelingeu 2 Luitenant-Kolonels, 4 Majoors en 6 Luitenants-Adjudanten. Totaal dus: 1 Generaal-Majoor, 2 Kolonels, 4 Luitenant-Kolonels, 5 Majoors, 8 Kapiteins en 8 Luitenants; of totaal generaal 1 Opperofficier, 11 Hoofdofficieren, 16 Subalterne officieren. Zoekt men nu naar de officieren in Indië die als equivalent zouden mogen worden beschouwd (bij de batterijen behoorende doch niet rechtstreeks daarbij ingedeeld) dan treft men aan: 1 Luitenant-Kolonel, Commandant der Yeld- en Bergbatterijen op Java, 1 Luitenant-Adjudant, 1 Majoor, Commandant der Divisie Yeld- en Bergartillerie te Batavia, en verder niets. (1) Totaal: 2 Hoofdofficieren en 1 Luitenant. Waar zijn Uwe tranen, o Nederlandsche kameraad, om Uwe Indische collega's te beweenen? Gingt ge aan het rekenen met iuachtname van bovengenoemden factor 1: 3, (en deze is een vrij zuivere maatstaf omdat batterijen steeds tot het veldleger behooren en dus in den werkkring geen verschil kan zijn) dan zoudt gij er toe komen, dat wij in Indië moesten hebben voor gezegd doel: 4 Hoofdofficieren (onder wie 1 Kolonel) en 5 Subalterne officieren (onder wie 3 Kapiteins). Wij hebben 2doch laat ons dat niet meer herhalen, want dan zoude daarbij nog gevoegd moeten worden dat de Commandant (1) De Majoors, Artilleriecommandanten op Atjeh en Onderhoorigheden en ter Sumatra's Westkust, zijn tevens korpscommandanten van de resp. in hun oommande ment aanwezige batterij (twee sectiën), doch een ieder die den toestand kent zal dadelijk toegeven dat dit slechts een klein onderdeel van hunnen werkkring is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 259