252 Totalen: 1 Kolonel, 2 Luitenant-Kolonels, 2 Majoors, 8 Kapiteins, en 13 Luitenants. N.B. Volledigheidshalve moet hierbij vermeld worden, dat de bovengenoemde staf ook de Commissie van proefneming en de geschutgieterij onder zich heeft. In Indië treffen wij aan bij den Constructiewinkel 1 Luitenant-Kolonel (begint als Majoor), 1 Majoor (begint als Kapitein), 1 Kapitein (begint als Luitenant), 3 Luitenants; bij de Pyrotechnische werkplaats 1 Majoor (begint als Kapitein), 1 Kapitein (begint als Luitenant), 1 Luitenant bij de draagbare wapenen 1 Majoor (begint als Kapitein), 1 Luitenant Directeur. Totalen. 1 Luitenant-Kolonel (begint als Majoor), 3 Majoors (beginnen als Kapitein), 2 Kapiteins (beginnen als Luitenant), 5 Luitenants. Vergelijkt gij deze cijfers met de Nederlandsche, dan mag daarbij bovendien niet uit het oog worden verloren, dat bet bierbij niet opgaat om te zeggende Nederlandscbe artillerie is globaal gere kend 3 maal zoo sterk als de Indische, want de werkplaatsen voor zien voor een groot deel in de behoeften van het geheele leger. Zoo o. a. bij den patronen aanmaak voor de infanterie zoude men als volgt moeten rekenenHet Nederlandsche leger telt in vredestijd 45 bataillons, het Indische ongeveer 32. Het verbruik aan patronen voor de schietoefeningen verhoudt zich dus als 3 tot ruim 2, m. a. w. de patroonfabriek in Indië moet ruim 2/3 maal de capaciteit hebben van de Nederlandsche.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 265