257
Ons werd verteld dat ieder Europeesch veldsoldaat in ïndië aan
het Gouvernement ongeveer f 1000.kost. Ieder gesneuvelde moet
aangevuld worden, ieder verminkte idem, en zijn gagement, levenslang,
komt nog bovendien ten laste van het Rijk, Door de doode weer
middelen te versterken, zoude men de levende weermiddelen hebben
gespaard (1). Men deed het niet.
Volledigheidshalve mag hierbij niet achterwege blijven dat blijkens
het Koloniaal Verslag van 1892 blz. 34 stalen 7.5om A. Kanonnen
van het type van ons veldgeschut in de toekomst de 8cm veldka
nonnen op Atjeh zullen vervangenals deze onbekwaam worden,
doch niettemin staan zij nog niet tegenover den vijand in
batterij. Wel zal dat wellicht spoedig hier en daar plaats hebben,
doch het zal nu wellicht minder noodig worden, omdat op het oogenblik
de Atjehsche horizont schijnt op te klaren, door de jongste, hoofd
zakelijk politieke maatregelen van den tegenwoordigen Gouverneur.
Gaan wij in onze gedachten al het in de vorige bladzijden opge-
teekende nog eens na, dan mag toch in werkelijkheid gezegd worden
dat de Indische artillerie steeds in bijna alle opzichten misdeeld was.
Vergelijken wij ons lot met dat van onze collega's van het wapen
der infanterie hier te landedan treedt het op den voorgrond dat
zij al spoedig na de invoering van de achterlaadgeweren in Europa,
het Beaumontgeweer bekwamenhetwelk langen tijd een sieraad
was van de Europeesche infanteriebewapening.
Nu in Europa algemeen het klein kaliber repeteergeweer wordt
ingevoerd, zal het ook wel niet lang duren of de reeds bij de Ko
loniale reserve in gebruik zijnde 6.5 mm. repeteergeweren zullen
algemeen bij de Indische Infanterie worden indienstgesteld.
Het zij verre van ons, dat een gevoel van afgunst ons deze rege
len in de pen zoude geven. Ons kranig wapen der Indische Infan
terie, dat overal en altijd doortastend en met grooten moed optreedt
daar waar het noodig is, zij voor altijd toegewenscht dat het steeds
in het bezit moge zijn van de beste wapenen die te vinden zijn.
Dl. I, 1894. 17
(1) Op blz. 86 van het Indisch Militair Tijdschrift No. 1 van 1894 lezen wij dat
op Atjeh in de jaren 1877 t/ra. 1891 totaal werden getroffen door den vijand 201
Officieren, 1726 Eur. en 1481 Inl. minderen,