262 leurvuur heeft dan ook (accès-en grachtsverdediging en vuur op zeer kleine afstanden buiten beschouwing gelaten) meer het ka rakter van onveilig maken van een groote terreinstrook door een ontzaggelijke hoeveelheid kogels. Bovendien ontbreekt bij mitrail leurs alle mogelijke tref baarheid van eenigszins gedekte doelen, wat men bij alle overige vuurmonden in meerdere of mindere mate aantreft. Zal dus ook Atjeh niet het terrein van bezuinigingen voor de vestingartillerie zijn, dan blijven alleen de buitenbezittingen over. Over het geschut dat wij daar bezitten, werd boven reeds het een en ander aangeteekend. Het is uit de oude doos, doch wij deden het er tot nu toe mede et pour cause. Het moge voor ieder hedendaagsch artillerist vreemd schijnen, dat er voor dergelijke vuurmonden nog eenig respect be staat, toch is dit uit het oogpunt van onzen bruinen broeder in deze gewesten een ander geval. Zijne bewapening gaat vooruit, dat is een niet te ontkennen verschijnsel, dat bovendien in de toekomst groote afmetingen zal aannemen. Europa met zijne millioenen soldaten voert een nieuwe infanteriebewapening in en waar zullen alle achterladers blijven van het aldaar verouderd stelsel? Het tegen invoer zoo streng bewaakte Atjeh leerde ons overtuigend, dat de minder ontwikkelde volken zich daarvan zullen meester ma- ken (1), zoodat wij in de toekomst geen gering aantal achterlaadgeweren tegenover ons zullen kunnen verwachten, en vergeten wij niet dat, wanneer in de toekomst eens een tijd van ernstig fanatisme mocht ontstaan, tegen de duizenden van ons leger millioenen Inlanders zouden staan. Een der groote voordeelen van onze zijde zal steeds zijn de aan- (1) "Wij lieten ons vertellen dat een ons bevriend Atjehsch hoofd, onlangs binnen de linie komende en tijdelijk zijne wapenen aan den postcommandant moetende afgeven, op de proppen kwam met een achterlaad klein kaliber repeteerkarabijn. Ook lazen wij onlangs dat de Italianen op hnnne donkere vijanden in Massowah een mitrailleur! buit maakten. Dat zijn nog andore staaltjes van bewapening van onbesohaafden als het bovenbe doelde, overigens voor de hand liggende verschijnsel, voorziening met in Europa buiten gebruik gestelde geweren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 275