267 Laat ons hopen dat gij, Nederlandsche collega's (1) van het Wapen der Artillerie, die uit het bovenstaande den toestand het best kunt beoordeelen, en gij allen, die in Indië belangstelt en die kunt be grijpen welke groote belangen (zelfs die van lijfsbehoud van burgers) hierbij op het spel staan laat ons hopen dat gij allen het ware licht kunt doen vallen op de voorgenomen inkrimping van het Wapen der Artillerie in Indië, opdat zij, die geroepen worden in deze te be slissen, eene beslissing nemen tot heil van Koninginnen en Vaderland met zijne schoone Koloniën. Een artillerist (2) (1) Gaarne willen wij bij voorbaat toegeven dat, in een zoo globaal en populair overzicht als het bovenstaande, hier en daar een wiggetje tusschen te steken zoude zijn (er zijn altijd muggenzifters), dat juister omschreven of juister toegelicht had kunnen zijn. Doch konden wij, door nog uitvoeriger te zijn, nog meer van onze lezers vergen bij het terneder schrijven van zulk een weemoedige zaak Kleinigheden zijn in deze trouwens bijzaak, de groote feiten spreken genoeg voor zich zelve. (2) Het doet ons leed dat er redenen bestaan, die maken dat wij dit stuk moeielijk met onzen naam kunnen onderteekenen. Doch wat doet het er toe of onze naam A of B is? Drukken wij hierbij nog de verwachting uit, dat het bovenstaande niet op één lijn zal gesteld worden met anoniem geschrijf van minder edele strekking, want wij vielen geen personen aan, doch be schouwden feiten en toestanden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 280