272 of zijn ze zoo gefortuneerd, dat een geldelijk verlies van een zes a acht honderd gulden en meer somsniet behoeft geteld te worden? Een kapitein komt zoo'n bankroetje in geen twee jaren te boven, want het traktement is niet van dien aard, dat daarvan over zulk een groot tijdsverloop als de korting duurt, een vierde of een derde kan gemist worden, maar hoe moet dan een luitenant zich wel niet bekrimpen, ja laat ik gerust zeggen armoede lijden, over een nog grooter tijdsverloop? Men voere hier niet tegen aan, dat er zoo dikwijls vrijwillig kor ting wordt gedragen, omdat er immers geheel vrijwillig voorschot wordt genoten bij overplaatsing. Zou dat wel zoo vrijwillig zijn? Is het niet meer de nood, die ons tot dat hulpmiddel onze toevlucht doet nemen? Ik geloof niet dat één kapitein, vooral als hij gehuwd en met kinderen gezegend is, en dat zijn de meesten, vrijwillig voorschot op zijn traktement neemt. Met de luitenants, waarvan er velen ge huwd zijn en kinderen hebben, zal dat zeker ook het geval niet zijn. Alleen een groot traktement kan korting lijden, zonder dat er van bekrimping der noodzakelijkste uitgaven sprake behoeft te zijn. Hoe dat gevaar kan worden weggenomen Het middel is zeer eenvoudig. Men geve den compagnies- en detachementscommandanten immers voor zoover de laatsten geen administrateur van een garnizoen zijn en den luitenants-adjudanten, een geldkist van f 5000.— Het zou natuurlijk niet aangaan om die geldkisten, die op de gewone wijze in den grond moeten bevestigd worden, telkens over- tebrengen bij verwisseling van beheerder of als de beheerder een andere woning betrekt, evenmin om in alle luitenants-woningen de ijzeren beugels daarvoor in den grond te metselen, alleen omdat het zou kunnen gebeuren dat de bewoner compagniescommandant werd. Men plaatse die kisten aan de kampementswacht, Zij staan dan onder toezicht van den commandant der kampe mentswacht en meestal ook onder die van den schildwacht voor 't geweer. De beheerders der gelden zullen dan wel eens een enkele maal genoodzaakt zijn een extra wandeling naar de wacht te maken, maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 285