OVER GEVECHTSVOORS CHRIFTEN IN HET ALGEMEEN EN VOOR HET NEDERLANDSCH-1NDISCH LEGER IN HET BIJZONDER. Eene Koloniaal Militaire Studie. (Vervolg van blz. 131). 9. Over het gebruik der hulpwapens in het gevecht. Gelijk vroeger werd opgemerkt, wordt dit onderwerp alleen in het Russische voorschrift grondig behandeld en bepalen sommige andere, zooals de Engelsche, Oostenrijksche en Fransche voorschriften zich tot slechts enkele opmerkingen dienaangaande, terwijl het laatste voor meerdere gegevens verwijst naar den velddienst en naar de speciale voorschriften van de verschillende wapens. Wij keurden toen dit standpunt af en gaven als onze meening te kennen, dat het gevecht van eene uit de verschillende wapens en dien sten samengestelde eenheid tot grondslag moet genomen worden voor de vaststelling van een gevechtsvoorschrift. Ook merkten wij vroeger op, dat vooral in onze Indische oorlogen de infanteriecompagnie met daaraan toegevoegde artillerie en trein zoo dikwijls geroepen wordt, om geheel zelfstandig op te treden, reden waarom reeds de C. Cn. van het Indische leger volkomen geschikt be- hooren te zijn om met eene dergelijke samengestelde eenheid te werken. Wat is nu rationeeler, dan dat een gevechtsvoorschrift, dat aangeeft hoe zij met de compagnie als zoodanig moeten handelen, ook aangeeft hoe zij de daaraan toegevoegde wapens behooren te gebruiken? Het Engelsche voorschrift zegt hieromtrent het volgende„In de practijk zal het aan een officier, die eene compagnie commandeert en die niet bekend is met de regels, die het gebruik der andere wapens beheerschen, dikwijls overkomen, dat hij zich niet al de voordeelen weet te verschaffen, die met zijne afdeeling te behalen zijn. Dl. I, 1894. 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 296