285 -
de infanterie ten aanval voorwaarts, die zij zooveel mogelijk met
haar vuur ondersteunt.
Na gelukten aanval rukt de geheele artillerie in de veroverde po-
sitiën, om den laatsten weerstand des vijands te breken en om de
eigen troepen gelegenheid te geven zich te verzamelen.
Bij mislukten aanval neemt de artillerie de terugijlende troepen
op en begint zij het vuurgevecht opnieuw. Bij een doorgezetten
terugtocht helpt zij dezen dekken.
Het Engelsche voorschrift zegt, dat de artillerie in werking ge
bracht wordt vóór dat het infanterievuur werkdadig kan zijn en dat
de voorbereidingen voor den aanval of de verdediging onder bedek
king van haar vuur getroffen worden.
Zoolang het vijandelijk artillerievuur door de eigen artillerie niet
verzwakt is, is het niet geraden om troepen ten aanval te doen
oprukken.
De bevelhebber geeft aan den artilleriecommandant volledige in
lichtingen aangaande de door hem voorgenomen bewegingen en zijn
aanvalsplan. Een artilleriecommandant, die daarvan niet volledig op
de hoogte gesteld is, is niet in staat om zijn wapen op de voordeeligste
wijze te gebruiken.
Alle aanvallen moeten, zoo lang dit slechts mogelijk is, door artil
lerievuur worden ondersteund.
Met het oog op het groote nadeel, verbonden aan de verplaatsing
van vurende batterijen, moet de grootste zorg gedragen worden voor
de keuze der batterij stellingen. Artillerie moet echter niet aarzelen
om zoo noodig tot de kortste afstanden op te rukken.
Artillerie, die vanuit de verte het voorwaartsrukken der troepen
beschermt, is voldoende beveiligd en behoeft geene dekking als eene
dekking noodig is, wordt deze aangewezen. Als regel moet de ar
tillerie echter op zich zelf steunen en door een of twee oordeelkun
dig opgestelde personen tegen de nadering des vijands gewaar
schuwd worden.
Infanterie, die op ongeveer 450 M. voor de stukken staat, heefr
geen gevaar te vreezen van ontijdig springende projectielen; die,
welke op ongeveer 450 M. van het doel staat, is veilig voor de uit
werking der granaatkartetsen.