292 dat men bij het artillerievuur niet op een 2 a 300 M. behoeft te zien, en verder dat het begrip „werkzaamsten afstand" een abstract begrip is, dat voor elk geval verschillend kan wezen. Altijd zal die afstand echter gelegen zijn tusschen den afstand waarop men nog goede trefkans heeft en den afstand waarop men de maximum uitwerking der projectielen kan verkrijgen, zonder zelf gevaar te loopen van de scherfwerking of terugslaande kogeltjes. Goede trefkans hangt echter zeer veel af van goede waarneming. Daar deze nu boven de 2000 M. voor de tegenwoordige veldartillerie, waarvan een deel den naam van bergartillerie draagt, niet wel denk baar is, en men tot op 4 a 500 M. last kan hebben van terug springende scherven enz. zou men kunnen zeggen dat de werkzaamste schootsafstand (ook voor onze Veld) tusschen 2000 en 500 M. gele gen was, als men ook geene rekening te houden had met het artil lerie- en infanterievuur van de tegenpartij. Deze toch maken het op de korte afstanden de bedieningen zoo lastig, dat er van goed bedienen en juist richten (even zware eischen als goede waarneming der schoten, om goed te kunnen treffen), geen sprake kan zijn. Om onder deze omstandigheden de meeste uitwerking te krijgen, moet de artillerie dan ook op grooteren afstand stelling nemen, tegenover infanterie op minstens 1000, tegenover artillerie aanvan kelijk op minstens 2000 M. De werkzaamste afstand voor twee elkaar bekampende artillerieën ligt dan ook bij het begin van het gevecht in den regel tusschen 3000 en 2000 M.later, als een der artillerieën de overmacht ge kregen heeft, voor deze op 2000 tot 1500, soms tot 1000 M. Beneden dien afstand kan de artillerie alleen oprukken als het vijandelijke artillerie- en infanterievuur erg verzwakt is, of als de vijand zich niet meer met de eigen artillerie kan bezighouden, omdat hij al zijn vuur op de voorste infanterieafdeelingen moet richten. Het bovenstaande geldt voor het schietvuur van twee artillerieën van ongeveer gelijk vermogen, doch gaat niet meer op, als een der partijen eene zwakkere artillerie in het gevecht brengt dan de an dere, zooals het geval zou zijn als b.v. onze 7.5 cM. Berg moest optreden tegenover modern veldgeschut van zwaarder kaliber.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 305