294 De wijze van optreden met onze lichte en zeer lichte veldkanons en mortieren tegenover buitenlandsche veldartillerieën ia een tactische vraag, die ernstige overweging verdient. Zij zal wel voor meer dan een oplossing vatbaar zijn j voor onze Indische infanteristen zou het reeds van zeer veel belang wezen, als de denkbeelden van het leger bestuur dienaangaande in het gevechtsvoorschrift werden nedergelegd. h. Zich niet laten aflossen. Dit is wederom een plicht, die zoowel op den infanterie- als op den artilleriecommandant rust, waaromtrent dan ook bij beiden niet anders dan eenstemmigheid mag heerschen. i. De zorg voor de veiligheid der batterijen. Deze rust geheel op den artilleriecommandant, die verplicht is om de noodige dekking te vragen, als deze hem niet van zelf wordt gegeven. Maar zelfs wanneer de dekking gegeven is, blijft de artilleriecomman dant de verantwoordelijke persoon. Hij mag die verantwoording nimmer op den commandant van de dekking overdragen. Een nood zakelijk gevolg hiervan is, dat de commandant der dekking geheel en al de ondergeschikte wordt van den artilleriecommandant. Wat nu het gebruik van de artillerie tegen den Inlandschen vijand betreft, deze is volkomen dezelfde als tegen den Europeeschen vijand alleen is dat gebruik veel gemakkelijker, èn door het gemis aan artillerie bij de tegenpartij, èn door het niet tegenover zich hebben van eene goed en ver schietende infanterie. Daardoor toch kan de artillerie niet alleen gemakkelijker oprijden en stelling nemen, doch kan zij hare stellingen al dadelijk op de korte afstanden kiezen en daardoor veel spoediger haar maximum van uitwerking bereiken. B. de cavalerie. Het Oostenrijksche voorschrift zegt betrekkelijk dit wapen, dat het den vijand onafgebroken moet waarnemen en steeds gereed moet zijn om in het gevecht in te grijpen. Verder, dat de cavalerie den wijkenden vijand onmiddellijk moet volgen, om het herstellen van de orde bij zijn troepen te bemoei lijken, of de wanorde te vergrooten, of in elk geval voeling met hem te houden. Bij de verdediging wordt zij voor de waarneming vooruitgescho-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 307