298 drongen en overal verkend te worden, zonder dat men zelf iets van den vijand te weten komen kan. Het komt mij voor, dat vooral voor legers als het onze, die slechts zeer spaarzaam van cavalerie voorzien zijn, de eenige kans op succes voor dat wapen gelegen is in het bij elkaar houden van wat men bij elkaar krijgen kan, en dat men, zoolang de vijandelijke cavalerie ongeveer even sterk of sterker dan de eigen cavalerie is, desnoods de geheele veiligheidsdienst onmiddellijk vóór en gedurende het gevecht maar door de infanterie zelf moet laten verrichten. Eenmaal de cavalerie gesplitst hehbende in een zeer klein deel voor de verkenning, en een overgroot deel voor het gevecht, moet aan beide deelen hun bijzondere opdrachten gegeven worden. Deze opdrachten kunnen moeilijk meer aangeven dan de richting waarin zij moeten werkzaam zijnal het overige late men voor reke ning der verschillende cavaleriecommandanten. Aan den commandant van het gedeelte dat voor het gevecht be stemd wordt, wijze men zijne plaats achter de strijdende troepen aan, als hij op den eigen troep teruggedrongen wordt, en voorshands niet meer offensief kan optreden. Tegen het begin van den stormaanval moet de cavalerie achter een der vleugels opgesteld wezen, om den storm te kunnen onder steunen en te kunnen medewerken aan de vervolging of den terug tocht. Hoe, dat moet de cavaleriecommandant zelf wetendaarmede heeft de infanterist geen bemoeienis. Hetzelfde geldt voor het gevecht te voet van de cavalerie, waar over zeer terecht, zelfé in het Russische voorschrift niet wordt ge sproken. De wijze waarop hij vechten zal, toch moet altijd ter be slissing van den cavalerieaanvoerder blijven. Wat het gebruik van cavalerie tegen den Inlandschen vijand betreft, dit moet beperkt blijven tot het gedeelte terrein waarop de eventueele gewonden veilig zijn. Zoodra cavalerie gewonden moet gaan mede voeren, is zij geen cavalerie meer, kan zij ten minste niet meer als zoodanig worden gebruikt. In plaats van een onversaagd, komt dan een hoogst voorzichtig optreden, om toch vooral geen gewonden te krijgen. Hierdoor be houdt zij nu wel voor een groot deel de geschiktheid voor de ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 311