301
voorwerpen tot tactische steunpunten, en het aanleggen van veldwerken
zoowel in de eerste als tweede linie, het ter eigen verdediging inrichten
van genomen versterkingen, en zelfs het maken van eenvoudige dek
kingen voor infanterie en artillerie, als deze troepen dit zelf niet kunnen.
Yele dezer werkzaamheden gaan met levensgevaar gepaard, en
moeten daarom door militairen worden uitgevoerd. Het zijn in den
regel al de werkzaamheden die, nadat voeling met den vijand is ver
kregen, in eerste linie moeten worden uitgevoerd.
Deze omvatten dus bij den aanval het maken van overgangen en
dekkingen, het opruimen van hindernissen, het versterken van terrein-
voorwerpen in eerste linie en het ter verdediging inrichten van
genomen versterkingen.
Bij de verdediging omvatten ze meestal alleen het maken van
dekkingen in de eerste linie, en het inrichten van terreinvoorwerpen
tot tactische steunpunten van die linie, als dit nog onder het vuur
van den vijand moet geschieden.
Bij terugtochten behooren er de vernielingen van overgangen toe,
of de voltooiing daarvan als zij te voren zijn voorbereid.
Voor deze werkzaamheden mag men in beginsel niet anders dan
militairen bezigen; voor de overige werkzaamheden, die met minder
levensgevaar gepaard gaan, kan men dan ook niet-militairen gebruiken>
De werkzaamheden van de eerste soort zijn echter nog zoo omvangrijk,
dat men nooit genietroepen genoeg zou kunnen bekomen, om ze alle uit
te voeren, zelfs al zoude men om andere redenen er niet naar trachten,
om het aantal mede te nemen genietroepen, zooveel dit kan, te beperken.
Genietroepen toch zijn duur, moeilijk aan te vullen en bezitten geene
gevechtskracht, ze vermeerderen het aantal non-combattanten!
Met het oog daarop is het noodzakelijk, dat de strijdende troepen
zelf al de werkzaamheden uitvoeren, die ze kunnen verrichten, en
waarvoor geen bijzondere technische kennis vereischt wordt.
Hiertoe behoort in de eerste plaats het maken van de eigen dek
kingen, en verder al die werkzaamheden, die voor en na het gevecht
kunnen uitgevoerd worden met de geringe hulpmiddelen, waarover de
strijdende troepen zelf beschikken.
Al deze werkzaamheden behooren in vredestijd aan die troepen
te worden geleerd, zoo dat zij zelfs de terechtwijzing van technische