313 plaats gehad, en mocht een tweede oprukken van uit Pakan Kroeng Tjoet niettemin noodzakelijk zijn geoordeeld, het zoeken naar Kota- Toeankoe zou niet noodig zijn geweest, wat bij het tweede oprukken veel tijd kostte. Op de vlakte teruggekomen, ontving de cavaleriecommandant het bericht, dat de colonnecommandant tot den terugtocht op Pakan Kroeng Tjoet besloten had, waarop met het oog op de verkenning en de beveiliging van de colonne, zoowel in front als in rug, een tiental ruiters belast werden met den verkenningsdienst in de richting van Pakan Kroeng Tjoet, terwijl de rest van het peloton, onder den cavaleriecommandant, de achterhoede formeerde. Op deze wijze werd teruggetrokken. De verkenningspatrouilles in het front rapporteerden spoedig, dat de vijandelijke versterking Tjoet, waarin, tot dekking van den terugtochtsweg, bij het oprukken een peloton infanterie was achtergelaten, nog in onze handen en de terugtocht alzoo verzekerd was. In den rug volgde de vijand echter de colonne tot Pakan Kroeng Tjoet en onderhield een levendig vuur. De achterhoede-cavalerie nam grooten afstand van de colonne, waardoor de vijand belet werd zijn vuur meer van nabij af te geven onder het oog der cavalerie durfde hij geen open terreinen over te steken. In de vlakte voor Pakan Kroeng Tjoet aangekomen 8'/4v. m. nam de infanterie op 400 M. buiten de versterking stelling en waakte de cavalerie voor de beveiliging van de vermoeide infanterie, door het uitzetten van een gevechtspatrouille op de flanken der stelling en door het plaatsen van een dubbelpost op een heuvel, welke goed uitzicht gaf en waarachter de cavalerie, afgezeten, zich opstelde. De vijand onderhield een langzaam vuur. Zoo bleef de toestand- Ondertusschen kreeg de commandan t der cavalerie van den civielen en militairen gouverneur het bericht, dat tot een tweede oprukken naar Kota-Toeankoe besloten was, waarbij de cavalerie als voorhoede in verband met de hoofdcolonne zou optreden. Met het oog op den te verwachten tegenstand waren voor het tweede oprukken naar Kota-Toeankoe aangewezen:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 326