316
Tevens brachten verkenningspatrouilles het bericht, dat de kam-
pongranden ten W. van den Blang-Pandjang onbezet waren, waardoor
de opmarsch tot tegenover Tjadé Kedjoeroean zeer vergemakkelijkt
werd.
De colonnecommandant, met deze berichten in kennis gesteld,
deed antwoorden, dat de colonne den Blang-Pandjang zou verlaten
en den door de cavalerie aangewezen weg zou volgen.
Blijkbaar had de vijand verwacht, dat de Blang-Pandjang gevolgd
zou worden, daar hij anders de bosch- en kampongranden ten W. van
den Blang-Pandjang wel zoude bezet hebbenhij bleef niettegenstaan
de de aarddekking hevig doorvuren, waardoor de cavalerie echter
geen verliezen leed. De cavaleristen van het gros reden voorover-
gebukt langs den hals van het paard.
Om 12 uur 2 min. n. in. bereikten spits en doorzoekingspatrouil-
les de vlakte voor Tjadé Kedjoeroean en werd halt gehouden, daar
kleine patrouilles rapporteerden, dat het vijandelijk vuur uit de kam
pongs ten N. en N.O. van de vlakte zeer hevig was en dat de vijand
stelling genomen had achter eenige heuvels, waardoor hij de vlakte
met zijn vuur bestreek.
Daar aan de voorloopige opdracht voldaan was, begaf de comman
dant der cavalerie zich naar den colonnecommandant, met het doel
hem naar de vlakte te leiden, ten einde de ligging van Tjadé Kedjoe
roean en andere voorname punten, zoomede de richting van den bij
het eerste oprukken gevolgden weg aan te geven.
De colonnecommandant, vergezeld van den kapitein van den Ge-
neralen Staf, begaf zich derwaarts. Hier werd besloten, weder door
de vlakte naar den N.O. hoek van Tjadé Kedjoeroean te marcheeren;
de ontvangen berichten omtrent de positiën van den vijand waren
echter oorzaak, dat hieraan niet te denken viel.
De commandant der cavalerie verzocht nu de heuvels goed onder
vuur te nemen, ten einde met eene patrouille de vlakte over het
minst breede gedeelte naar Tjadé Kedjoeroean te kunnen oversteken
en zoo deze kampong onbezet mocht zijn, in de richting van den
N.O. hoek voorwaarts te gaan.
Hevig door den vijand beschoten, bereikten acht ruiters de kam
pong, die onbezet en verlaten bevonden werd, waarna onmiddellijk