322 Als een proeve van het spiksplinternieuwe van het boek, van den glashelderen, boeienden stijl, waarin het geschreven is, geven wij hieronder letterlijk terug, wat men over „Strijdkrachten" gezegd heeft. „Onder de strijdkrachten trekt de mensch in de allereerste plaats de „aandacht. Hoe veelzijdig zijn aangeboren eigenschappen ook wezen „mogen, zoo maken zij alleen hem nog niet tot een bruikbaar krijgs- „man. „In den oorlog moet hij bestand zijn tegen vermoeienissen en ontbe ringen met hare physieke en moreele gevolgen, voorts tegen den ont zenuwenden invloed van het gevaar, dat hem nu eens in mindere „mate bedreigt, dan weder den dood van nabij onder de oogen doet zien, „maar bovenal moet hij geschikt zijn, om de veelomvattende taak te „volvoeren, die hem, hetzij als aanvoerder, hetzij als eenvoudig strijder, „op de schouders wordt gelegd. Die hooge eischen beheerschen de oefening „en de opleiding, welke hem in tijd van vrede gegeven moeten worden. „Ontwikkeling der spieren en een eenvoudige, regelmatige leefwijze „verleenen kracht om de groote vermoeienissen van den oorlog te door staan en harden tegen ontberingen. „De invloeden van het gevaar worden bedwongen door een streng „plichtbesef, een hoog gestemd eergevoel, liefde voor vaderland en vorsten huis; door zelfverloochening, onderwerping aan orde en tucht, gehecht heid aan zijn krijgsmakkers, belangstelling in zijn ondergeschikten, „vertrouwen in zijn meerderen. „Langdurige en ernstige oefening, eindelijk, geven de vereischte be hendigheid in het hanteeren der wapenen, verzekeren de heerschappij „over het paard en verleenen de vaardigheid in de aanwending der tech nische hulpmiddelen, die de gevechtskracht van het geheel verhoogen. „Karakter, kennis en oefening vormen den krijgsman tot aanvoerder. „Na den mensch is het paard van onschatbare waarde. Het draagt „den ruiter in den strijd, dient hem zelfs als wapen, verplaatst hem met „groote snelheid over aanzienlijke afstanden, of maakt het vervoer van „zware lasten mogelijk. De hooge eischen, waaraan het oorlogspaard „moet voldoen, maken een zorgvuldige africhting en oefening nood zakelijk. „Van de overige levende strijdkrachten, die in den oorlog worden „benut, honden en duivendienen de eerste tot verhooging van de veilig heid van den troep, beide tot het overbrengen van berichten."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 335