828 „Ten einde hem in dien gemoedsstrijd staande te houden, moet het plicht besef in vredestijd worden gewekt, versterkt en levendig gehouden, de tucht te allen tijde, doch vooral op het gevechtsveld desnoods met ijzeren wil en preventieve middelen gehandhaafd wordeD. „Die tucht vraagt meer dan stille berusting en lijdelijke onderwerping aan gegeven bevelen, zij eischt een algeheele zelfverloochening zonder roekeloosheid, een drang naar zelfstandig handelen in den geest dier bevelen, ook dan als de stem van den aanvoerder is verstomd. „De kracht om die tucht te kunnen handhaven ontleent de meerdere slechts voor een gering gedeelte aan de middelen, welke het wetboek hem ten dienste stelt, om zijn wil als wet voor al zijne ondergeschikten te doen gelden. In de eerste en voornaamste plaats schuilt zij in zijn zedelijk overwicht op allen, die hem gehoorzaamheid verschuldigd zijn. „Dat overwicht wordt verkregen en bevestigd door het vóórgaan in stipte gehoorzaamheid en nauwgezette plichtsbetrachting, wat tot navol ging noopt; door rechtschapenheid en een rechtvaardige gestrengheid, die ontzag en eerbied afdwingen; door karaktervolle belangstelling in de minderen, wat hun gevoel van eigenwaarde in goeden zin ontwikkelen kan; door het op gepasten tijd aan den dag leggen van degelijke kennis en bekwaamheid, die het vertrouwen wekkeneindelijk door ernst in kleine zaken, zonder de opgewektheid te dooden. „De ervaring leert, dat, waar de tijd ontbrak om den troep aan tucht te gewennen of deze verslapt was, de grootste verliezen werden geleden doordat eenheid en kracht van handelen, zoo onmisbaar tot het bereiken van elk gevechtsdoel, schade leden. Zelfs een groote numerieke over macht kan dat gemis niet vergoeden. „Voor alle wapens onmisbaar, moet de tucht voor het voetvolk aan de hoogste eischen voldoen, omdat de infanterie het langdurigst en zonder verademing aan levensgevaar is blootgesteld. De opdrachten, die dat wapen te vervullen heeft, eischen vóór alles goed gedisciplineerde aan voerders en aan tucht gewende troepen." Und so weiter. De officier schaffe zich het werk aan, om het geheel te kunnen iezen, wij achten het een standaardwerk, dat in de bibliotheek van ieder officier te huis behoort. Een oud-Hoofdofficier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 341