332 Engeland, Italië en Turkije, rukten Fransche troepen Tunis binnen en kwam dit land in 1881 onder Fransch protectoraat. Yooral in Italië was de gisting het hevigst; het had zoo gaarne van Rome's heerschappij over het oude Carthago gedroomd. (Reeds m 1878 bij het Congres van Berlijn, had de Duitsche rijkskanselier aan Frankrijk in overweging gegeven, zich van Tunis meester te maken, doch de Regeering had het gunstige oogenblik laten voorbijgaan). ITet doel, om Italië in de armen van Duitschland te drijven, werd volkomen bereikt, maar de verwachting, dat Tunis, evenals Algiers, een lastpost voor Frankrijk zou worden, en waardoor de aandacht van de Yogeezen zou worden afgeleid, werd niet vervuld. In de Indische Gids van Augustus 1893 komt eene voordracht van H. Déherain voorgetiteld: „Frankrijk's werk in Tunis", waarin onder meer gezegd wordt BTunis is een land voor groote kolonisatie; 500000 H, A. zijn „door Europeanen gekocht; vele ondernemingen hebben eene groote „uitgestrektheid, landen van 300 a 400 H. A. worden als klein „beschouwd. „Niets nu is zoo voordeelig als de komst van rijke kolonisten. „Alvorens een land te koopen, hebben zij hun doel en de gevolgen „daarvan goed overwogen. Zij hebben zedelijke kracht en geldmid delen genoeg om één of twee slechte oogsten te kunnen verdragen. „Men ziet veel Europeesche boerderijen op den weg van Tunis naar „Sousse, of in de vallei van de Medjerdah. Het is een schouwspel, „dat men nooit moede wordt. De woeste steppe met haar groepen „mastikboomen en dwergpalmen, houdt eensklaps op. Rechtlijnige „voren, zooals men in Frankrijk ziet, waar de landbouwer er eer in „stelt ze zoo diep en zoo recht mogelijk te maken, of wel lange rijen „wijnstokken treden in de plaats. „In het midden een groep boomen en tusscben de boomen het „huis, schitterend wit onder de zonnestralen. De kolonisten houden „dikwijls voor hun veefokkerij een gedeelte van hun domein aan als „weide; de overige grond wordt beplant met graan, wijngaarden en „vijgeboomen. „Bij voorkeur legt men zich op de teelt van gerst en koren toe.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 345