334 vormt, die Centraal-Europa met het midden der Noord-Afrikaansche kust Tunis verbindt. Niet ver van de tegenwoordige hoofdplaats Tunis, liet Dido zilh in de 9de eeuw vóór onze jaartelling neder, en stichtte hij Carthago. Terwijl de Phoeniciërs in het Oosten voor de Hellenen moesten on derdoen, nam Carthago in het Westen den strijd tegen de Grieksche koloniën, voornamelijk in Sicilië op, en gelukte het dien staat de over macht in het Westelijk gedeelte der Middellandsche Zee te verkrijgen. "Van de Afrikaansche kust droeg de zee dood en verderf over naar den Siciliaanschen oever, waarvan de ruïnen der eens zoo bloeiende steden Akragas, Selinunt en Himera eene welsprekende getuigenis kunnen afleggen. Alvorens echter het pleit omtrent zege of nederlaag beslist was, bond Home den strijd aan en kwam het tusschen de toenmalige zee koningin en de machtige stad aan de Tiber tot een eerste treffen. De strijd om het bestaan, met de laatste kracht der vertwijfeling ten einde toe gevochten, eindigde in het jaar 146. v. Chr.; de Afri kaansche macht ging ten onder en in de plaats van Carthago, ver rees het Imperium Romanum. Onder keizer Augustus herbouwd, geraakte Carthago in 439 onder Vandaalsche heerschappij, terwijl zijne macht ter zee weer belangrijk was toegenomen. In 534 kwam de stad weer onder het Romeinsche juk en sedert 697 wierp, met korte onderbreking tot 1881, de Halve Maan haar vaal licht op de Afrikaansche kust en Tunis (Tunis-el- Ohadra, d. i. de welbewaakte stad) de bruid van het avondland, kwam iq Carthago's plaats, Deze vluchtige schets doet óns de nauwe aanraking zien, die in den loop der eeuwen tusschen Europa en Afrika heeft bestaan. Daar, waar uit het midden van den Noord-Afrikaanschen kusten- zoom een gedeelte, als eene wig tegenover de Siciliaansch-Sardinische opening, vooruitschiet, daar, waar het Atlasgebergte eindigt, en een der waterrijkste rivieren van dit gebied, de Medjerdah, zich in de Mid dellandsche Zee stort, ligt de gelukkige erfgename van Carthago en van Tunis; het is Biserta. Met dit laatste woord hebben wij het voorname punt genoemd, waar van de strategische beteekenis niet hoog genoeg kan worden geschat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 347