341 Het Westelijk bekken bestaat uit een diep dal, dat zich van de zuilen van Herkules tot aan de straat van Sicilië uitstrekt, in eene richting van West naar Oost, grenzende in het Zuiden aan het Atlas gebergte, terwijl het Noordwaarts een breeden inham vormt, die door Spanje, Frankrijk en Italië wordt omlijst. In den N. boezem liggen, behalve verscheidene kleinere eilanden, de Balearen, Corsica en Sar dinië, terwijl Sicilië het bekken in het Z. O. als het ware afsluit. De drie daarevengenoemde Europeesche machten bezitten eene na genoeg evenlange kostenontwikkeling en aan haar behooren ook de gewichtige eilanden in het bekken. Spanje bezit aan de Marokkaansche kust, behalve het reeds ge noemde Ceuta, van het W. naar het O. gaande het belangrijk kust- gebeid' Yelez de la Gom era, Alhucemas en het schiereiland Melilla, benevens de Chafarinas eilanden, dicht aan de Algiersche grens, die de monding van de Muluja beheerschen. Yan de Balearen is Minorca, het Noordoostelijkste, uit een stra tegisch oogpunt beschouwd, verreweg het belangrijkste. Zijne hoofd plaats Port Mahon is een der beste havens van de Middellandsche Zee. Door de natuur is zij tegen wind en golven beschut en de kunst beveiligt de in haar ankerende vaartuigen door middel van fort en batterij tegen vijandelijke aanslagen. Ook op Majorca en Ibiza vindt men uitmuntende havens. Maar wat Port Mahon zoo belang rijk maakt, is zijne ligging in het centrum van het W. bekken zijn afstand tot Gibraltar bedraagt 950 K. M., tot Carthagena 600, tot Cette, Marseille en Toulon 400, tot de straat van Bonifacius 450, tot Malta 1100, Biserta 550 en tot; Algiers 350 K. M. Volgens den Duitschen schrijver zou Groot-Brittannië reeds lang naar het bezit van de eilanden uitzien en het Spaansche kabinet reeds gepolst zijn geworden omtrent de overdracht, hetzij door aan koop of tegen inruiling van Gibraltar. Met Port Mahon zou de zeekoningin niet alleen haar gewichtige strategische en handelsroute onder controle stellen, maar ook zou zij de werking verlammen van het „Canal des deux mers" dat de Atlantische Oceaan met de Middellandsche Zee, zelfs voor Fransche eskaders zal verbinden. Hij veronderstelt echter dat Spanje het voor geen prijs ter wereld zal willen afstaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 354