Toen Frankrijk zich van Algiers had meester gemaakt, werd Toulon tot eerste oorlogshaven verheven, Cette en Marseille werden versterkt en op de Hijères-eilanden zijn in den laatsten tijd sterk bevestigde werken opgericht. Als het bovengenoemde „Canal des deux mers" gereed is, bestaat er voor Frankrijk geen straat van Gibraltar meer, zelfs niet voorde Fransche vloot, doordat de thans gescheiden eskaders van den At- lantischen Oceaan en van de Middellandsche Zee, zich in zeer korten tijd naar believen zullen kunnen vereenigen. Want het nieuwe kanaal zou eene lengte hebben van slechts 525 K.M.op plaatsen waar het het smalst is 44 M. en op andere gedeelten 63 M. breed worden, met eene diepte van 8. 5 M., terwijl niet min der dan 22 sluizen noodig zouden zijn. De geprojecteerde weg gaat van Bordeaux, waar hij de Garonne verlaat, 85 K.M. langs den linkeroever, zonder veel hindernissen te ontmoeten tot Castetvan hier tot Castelsarrasin, waar het kanaal de Garonne kruist, moet hij een zeer moeielijk terrein doorworstelen. Nu gaat het langs den rechteroever recht op Toulouse aan, waar de Garonne, tengevolge van eene kromming dezer rivier, tweemalen dicht bij elkaar gesneden wordt, waardoor de aanleg van twee prachtige havens, een voor de marine, mogelijk wordt. Van Toulouse volgt de kanaalbouw de richting Castelnandarij, Carcassonne-Narbonne en mondt de waterweg bij Gruisson, ten N. van Perpignan in de Middellandsche Zee uit. (i) Wanneer wij bij eene nadere beschouwing der Algiers- Tunesische kustenlinie, van het Westen af beginnen, vinden wij eerst de reede van Oran, uit een militair oogpunt van geringe beteekenis, maar dicht bij en ten N. W. hiervan is de reede van Mers-el- Kebir, waar de grootste vloten kunnen ankeren en door de aangebrachte vesting werken volkomen veilig zijn. Op 40 K.M. ten Oosten van Oran bij de Kippenhaven (Port aux Poules) wordt wederom eene prachtige reede aangetroffen, die voor opnamestelling kan dienen. 342 0) Vertaling Tan „la France militaire" No. 2692. 1893. Militar Wochenblatt. No. 38 1893.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 355