343 Yan hier af is de kust onherbergzaam, tot wij de groote baai van Algiers met diep water en goeden ankergrond naderen; de maritieme rol van Algiers is eene bescheidene gebleven omdat zij, hoewel een havenhoofd is uitgebouwd, geen voldoende bescherming tegen de hier zoo gevaarlijke N. W. winden aanbiedt. Aan de W. zijde der bocht teekenen zich in stoute lijnen de om trekken van het oude rooversnest af. Yan hier tot Biserta komt, voor eskaders althans, nog alleen in aanmerking de haven van Bougie, die ook door drie goed aangelegde forten wordt verdedigd. Aan het jonge Appenijnsche Koninkrijk, dat in den loop der tijden zoo vaak den voet op het zwarte werelddeel zette, is het ondanks zijne gunstige geographische ligging, daarentegen nog niet gelukt eene spanbreedte Koord-Afrikaanschen grond te verwerven. Het is eene dwaling te meenen, dat de Middellandsche Zee of af zonderlijke gedeelten er van, aan diengene behoort, welke de macht ter zee bezit; veeleer is de heerschappij hierover van het bezit der kustlanden afhankelijk. Deze dwaling werd in het begin dezer eeuw geboren, waarin het aan de zeekoningin, door politieke en militaire toestanden begunstigd, langen tijd mogelijk was, onbeperkt heersche- resse te zijn in het „Mare Nostrum" der Romeinen, hoewel zij niets bezat dan de rotsen van Tarik en het Johanniter eiland. Sedert de opening van het Suezkanaal, toen de oude wedstrijd tusschen Engeland en Frankrijk weder in het leven werd geroepen, kwam Groot-Brittannië tot de overtuiging, wat het sinds lang instinct matig had gevoeld, dat het behoefte had aan kusten. De financieele bemachtiging van den de Lesseps weg volgde op de gewapende Egyptische expeditie, met de schitterende slotscène van Tel-el-Kebir. Ruim 10 jaren staan zij aan het Suezkanaal en in de nevenlig- gende Pharaolandendoch vaster dan zij daar, hebben de Franschen zich in Tunis genesteld. Hoewel gewaarschuwd, ontbrak het Engeland inderdaad aan de macht tot eene gewapende interventie in dit gebied en drukte het te-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 356