26 zelfs de bespanning van de artillerie thuis liet en aan een optredeif van eenige cavalerie niet dacht? Bittere teleurstelling, toen de 4° compagnie den klewangaanval kreeg, die slechts door het vereeuigd op treden van de 1« en 2C compagnie tot staan gebracht kon worden. Eene beschrijving van het gevechtsterrein te geven, achten wij overbodig, daar de lezers wel uit de kaart zuilen zien, dat het ge vechtsterrein van den 8e" Mei in alle mogelijke opzichten het op treden van cavalerie niet alleen toelaat, maar zelfs eischt. Op blz. 526 en 527 vinden wij eene teekening van de indeoling der colonne, die langs den grooten weg marcheert. Men zal het ons toegeven, dat deze colonne niet veel, of liever gezegd in het geheel geen verkennings-en beveiligingsvermogen bezit. Toch had er in de dagen van 1 tot 6 Mei nog veel door den vijand gedaan kunnen worden, waarvan men niets zou geweten hebben. Zou ook bij deze colonne een peloton cavalerie niet op zijn plaats geweest zijn, om te voorkomen le. dat de voorhoede in een hinderlaag viel; 2e. dat men onverwachts vuur ontving, en 3C. dat men plotseling op den vijand stootte? Wij gelooveu dan ook deze vraag bevestigend te moeten beant woorden. Moeder fortuna was echter op onze hand en de coloune bereikte zonder vele verliezen onze versterking te Edi. De toestand te Edi was echter van dien aard, dat den 6en Mei nog eene compagnie infanterie van het 3e Bataljon naar Edi werd overgevoerd. Den 7e" Mei bereikte deze compagnie hare bestemming; het was dien dag te Edi rustdag en men trachtte inlichtingen in te winnen, omtrent s' vijands positiën en voornemens. Nu vragen wij, wie moesten die inlichtingen verschaffen? Zoude dit niet de taak der cavalerie zijn geweest, het was immers juist rustdag voor de audere troepen? Was er cavalerie aanwezig geweest en had men die dien dag onverwijld op verkenning gezonden, dan gelooveu wij te mogen ver onderstellen, dat de resultaten dier verkenning van dien aard zouden geweest zijn, dat men den 8cn Mei beter beslagen op bet ijs zoude gekomen zijn. En nu?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 35