OVER GEVECHTSVOORSCHRTTEN IN HET ALGEMEEN
EN VOOR HET NEDERLANDSCH-INDISCH
LEGER IN HET BIJZONDER.
Eene Koloniaal Militaire Studie.
Vervolg van blz. 305).
1Over de verdeeling der troepen voor het gevecht en de
opstelling in breedte en diepte.
Volgens het Indisch voorschrift worden de voor het gevecht be
schikbare troepen in twee hoofddoelen verdeeld, n. 1. in de troepen
der gevechtslinie en in die der reserve 49, 77 en 6).
De troepen van de gevechtslinie voeren het gevecht 79); de
reserve dient tot bescherming in den rug, het tegengaan van aanval
lende bewegingen des vijands op de flanken, tot vervolging en tot
dekking van den terugtocht 80).
Somtijds kan een gedeelte der reserve in de gevechtslinie worden
gebracht; altijd moet een deel der reserve, al is dit ook klein, voor
onvoorziene omstandigheden beschikbaar blijven 2).
De beginselen, volgens welke de sterkteverhoudiug tusschen de
troepen der gevechtslinie en van de reserve moet bepaald worden,
geeft het voorschrift niet; het zegt alleen, dat de sterkte dier deelen
van omstandigheden afhangt en zich regelt naar het gevechtsdoelen
den te verwachten weerstand.
De regels voor de opstelling in de breedte, of het gevechtsfront
worden evenmin in het voorschrift gevonden; daarentegen wordt er
nauwkeurig in aangegeven hoeveel tusschenruimte de afdeelingan
in de tirailleurlinie moeten hebben en gezegd dat aan die ruimten
zooveel mogelijk moet worden vastgehouden 55).
Die tusschenruimten nu bedragen
Dl. I, 1894. 25