30 ik de beschrijving der expediiie, voorkomende in de 10e aflevering van het I. M. T. jaargang 1891. Al dadelijk komt het mij vreemd voor, dat niet onmiddellijk, n.l. den 3en Mei, toen de Inlandsche compagnie van het 14e Bataljon naar Bdi gedirigeerd werd, een peloton cavalerie van uit Kota-Radja naar Edi was inedegezonden. De gebeurtenissen vóór den 3en Mei wettig den dit uitzenden toch wel. Ware dit geschied, dan zie blz. 297 zou de colonne Helderman op den^25^ Mei, voorbij het versterkte huis van Toekoe Bantah, op eens niet zulk een hevig vuur kunnen gekregen hebben, dat den co lonnecommandant noodzaakte het gevecht af te breken en op onze versterking terug te trekken. Er was alweer niet verkend. Op blz. 310 vinden wij de schriftelijke dispositie voor den 1 len Juni, waarin o. m. voorkomt: „gegevens omtrent den vijand en zijne positie." Wettigden deze gegevens, dat de cavalerie zie blz. 315 achter het overgangspunt vereenigd en werkeloos bleef staan en hoe is dit te rijmen zie blz 311 onderaan met het wijzen van den bevel hebber op klewangaanvallen en om door het dekken der flanken daarop bedacht te zijn? Neen, toen de brug klaar was, dat was (zie blz. 314) 6 u. 7 m. 's morgens, had het eerste bericht van den bevelhebber moeten luiden: Commandant cavalerie: „Brug gereed, cavalerie onmiddellijk ter verkenning vooruit. Nu stond de cavalerie zie blz. 315, Bericht N°. 6 tot 7 uur nutteloos achter de brug, in plaats van aan de overzijde in N. en W. richting te verkennen. In zekeren zin echter is dit niet juist, want men gebruikte haar voor het wegbrengen van gewonden. Nu men de cavalerie voor haar eigenlijk doel ongebruikt liet, kon men dezen dienst wel van haar eischen; toch gelooven wij, dat men het met ons eens zal zijn, dat zulk een werkkring voor de weinige cavalerie, die men in den regel bij onze expeditiën vooral over- zeesche ziet gebruiken, niet is weggelegd. (1) (1) Ook bij den eersten tocht naar Kota-Toewankoe 26 Juli 1889 toen de cava lerie, die een goeden voorsprong had en de handen vol had met de doorzoeking van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 39