387
Daar elke bevelhebber in het belang der gevechtsleiding bepaalde
opdrachten behoort te bekomen, bij de vervulling waarvan hij zoo
weinig mogelijk op steun van anderen moet rekenen en zoo veel
mogelijk op eigen krachten behoort te vertrouwen, komt het Oosten-
rijksche voorbeeld ook zeer goed voor, met betrekking tot de verdeeling
der troepen in groepen, volgens de breedte.
Gteene opdrachten dan aan afdeelingen, die van achteren door
andere zullen worden ondersteund, doch altijd opdrachten, die met
den troep waaraan zij gegeven zijn alleen zullen worden vervuld; geene
ondersteuning met bataljons uit de tweede linie van bataljons, die
zich in de eerste linie bevinden, doch zelfstandig handelen met het
regiment of de brigade. Op die wijze voorkomt men het langst
vermenging van troepen en vermenging van verantwoordelijkheid.
Hoe dat regiment of die brigade zich daarbij in verband met de
opdracht en andere gegevens onderverdeelt is de zaak van den
regiments- of brigadecommandant; de bevelhebber van het geheel
moet zich daarmede niet inlaten; die onderverdeeling laat hem vrij
koud, als slechts de opdracht wordt vervuld
Voor den algemeenen bevelhebber komt het voornamelijk aan op
het vormen van gevechtsgroepen met bepaalde opdrachten bij het
aanvallend- en van gevechtsgroepen met bepaalde strookverdedigingen
bij het verdedigend gevecht, altijd bestaande uit gevechtseenheden
(compagnieën, bataljons enz.), onder eigen commandanten, en verder
in beide gevallen op het beschikbaar houden voor zich zelf van
afwachtende troepen of algemeene reserven.
Bij deze hoofdverdeeling dan verder niet meer van eene eerste
of tweede linie gesprokendit geeft slechts aanleiding tot verwarring,
doch de eerste linie altijd gevechtslinie, de tweede linie altijd linie
der algemeene reserven genoemd.
In de gevechtslinie komt dan dat gedeelte der strijdende troepen,
dat van gevechtsopdrachten is voorzien, in de linie der algemeene
reserven, dat gedeelte, dat nadere bevelen moet afwachten.
Zooals wij vroeger zagen treedt de cavalerie altijd buiten de gevechts
linie op. Zij wordt als regel reeds lang vóór het gevecht vooruit
gezonden en blijft het geheele gevecht door in actie. Alleen gedurende
den tijd dat zij genoodzaakt is om achter de eigen troepen terug te