388
trekken, zou men haar als „in reserve" kunnen beschouwen. Na
afloop van het gevecht vinden wij haar altijd weer als strijdenden
troep vóór of achter terug.
De artillerie wordt somtijds gedeeltelijk in reserve gehouden, doch
meestal zoodra men over haar beschikken kan, als strijdenden troep
in de gevechtslinie gebezigd.
De verdeeling in troepen der gevechtslinie en in algemeene reserven
geldt dan ook bijna uitsluitend voor de infanterie.
De regels, die deze verdeeling beheerschen, worden het best uit
gedrukt in het Russische voorschriftsterke reserven als men krachtige
verdediging of ernstigen aanval verwacht of zoolang men de gevechts
verhoudingen nog niet voldoende kent; zwakkere reserven, als men
weet dat de vijand zwak is of als men het met zich zeiven geheel
eens geworden is, hoe men hem zal aangrijpen of afslaan.
Het Russische voorschrift noemt eene maximum sterkte van l/g,
het Duitsche eene minimum sterkte van x/4ik geloof dat men deze
getallen gerust kan overnemen en bepalen dat de sterkte der alge
meene reserven afwisselt tusschen de helft en het een vierde der
sterkte van het geheel.
De taak der troepen van de gevechtslinie is eenvoudig weg: het
volvoeren der opdrachten.
Deze kunnen bestaan in: het verjagen van den vijand uit eene
bepaalde stelling of gedeelte daarvan, het vasthouden van den vijand
over eene gegeven ruimte, het verdedigen van eene bepaalde strook
of een terreinvoorwerp, het ondersteunen van een aanval of verdedi
ging uit eene gegeven richting, het vervolgen van den geslagen vijand
of het dekken van den eigen terugtocht.
Troepen, die dergelijke opdrachten bekomen, kunnen de dekking
van eigen flanken niet aan andere overlaten, zooals het Fransche
voorschrift dit voor de troepen der eerste linie wil; als flankdekking
noodig is, zooals b. v. wanneer zij op een vleugel geplaatst zijn, dan
moeten zij daarvoor wel degelijk zorgenwant doen zij het niet, dan
loopen zij gevaar hun opdracht niet te kunnen vervullen.
Eene bepaalde taak der algemeene reserven is moeilijk te noemen.
Van die reserven kan men hoogstens aangeven, waarvoor zij zooal
kunnen worden gebezigd, n. 1. tot verlenging van de gevechtslinie,