392 Het Belgische voorschrift hecht mede zeer veel waarde aan het sterk met schutters bezet houden van de vuurlinie tot op het laatste oogenblik. Het zegt: dat het gevechtsfront van het bataljon b. v. zoodanig moet bepaald worden, dat als bij het snelvuur drie compagnieën in voorste linie zijn er niettegenstaande de verliezen nog altijd één geweer op 0.65 M. front overblijft. Het voorschrift rekent daarbij op 1/6 verlies tot aan het gevechts- veld en een nieuw 1/6 van daar tot aan het snelvuur. Het komt dan voor het bataljon van vier compagnieën van 229 hoofden in het garnizoen, tot een gevechtsfront van 300 M. of 0.40 M. ongeveer per fuselier. Dat front kan grooter genomen worden bij de verdediging en nog grooter bij een demonstreerend gevecht. Overigens geeft het voorschrift nog enkele vrij vage gegevens met betrekking tot het gevechtsfront. Zoo zegt het b. v. dat de front uitbreiding afhangt van de omstandigheden waaronder het gevecht geleverd wordt, het terrein, het aantal in gevecht zijnde bataljons en de opstelling in de diepte. Zij moet eene gemakkelijke leiding toelaten en zoodanig zijn, dat de dichtheid van de voorste linie veroorlooft om een demonstreerend of een ernstig gevecht te voeren, dan wel een beslissenden stoot toe te brengen. Die dichtheid verschilt bij de divisie b. v. naar gelang deze alleen, of op een vleugel of in het midden strijdt, en wisselt af tusschen 5 en 9 man per strekkenden Meter front. Het Fransche voorschrift zegtdat de frontuitbreiding afhangt van het aantal bataljons, dat men in eerste linie moet zenden, m. a. w. van de eischen, die het gevecht stelt. Een te klein front houdt te veel troepen aan eene bepaalde plaats gebonden en begunstigt omtrekkende bewegingen des vijands; het leidt tot divergeerende handelingen, die verboden zijn. Een te groot front maakt de leiding moeilijker en verzwakt de aanvalskracht of het weerstandsvermogen. Het voorschrift geeft een maximum gevechtsfront voor de compagnie, het bataljon enz. bij het aanvallend gevecht. Voor het bataljon van 800 geweren bedraagt het 350 M., dus ongeveer 0.45 M. per

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 405