398 om te vroeg aan het gevecht deel te nemen bij die troepen te groot, bovendien worden dan Aankaan vallen en omtrekkende bewegingen gemakkelijker door den vijand uitgevoerd. Het voorschrift noemt geene getallen die voor het gevecht gelden, doch zegt dat bij de exercitiën de afstanden tusschen de verschillende liniën gewoonlijk 300 tot 600 M. bedragen, gerekend van de achterste afdeelingen der voorgaande troepeD. Het Zwitsersche voorschrift zegtdat de afstanden tusschen de liniën, behalve van het terrein, afhangen van het gevechtsdoel en de gevechts verhoudingen. Als de beslissing gezocht wordt, moeten de achterste liniën de afstanden verkorten om tijdig te kunnen ingrijpen of om gemakkelijk te kunnen opnemen. Open terrein eischt grootere afstanden dan bedekt terrein, dat de nadering zonder te groote verliezen veroorlooft. Het voegt nog hierbij, dat met het oog op de spreiding van gra naatscherven, de vlakke banen van de hedendaagsche geweren en de ricochetteering van vóór het doel inslaande projectielen, de oorspron kelijke afstanden op ongeveer 500 M. moeten vastgesteld worden. Het Duitsche voorschrift geeft bijna woordelijk hetzelfde; het wil zorg gedragen zien, dat dezelfde infanterieschotenbundel of hetzelfde granaat kartetsschot niet twee liniën tegelijk treft, vandaar dat 200 M. een minimum afstand is, die eerst bij de beslissing moet worden verkort. Het Engelsche voorschrift noemt in 't geheel geene afstanden tusschen de liniën; het Oostenrijksche ook niet, doch dit laatste hecht zeer veel waarde aan eene diepe opstelling. Het Italiaansche voorschrift zegt alleen: dat de achterste afdeelingen altijd zoo dicht mogelijk bij de voorste moeten komen, doch dat zij daarbij moeten zorgen geene verliezen te lijden door vuur, dat op de voorste troepen gericht was. Het Belgische voorschrift zegt weer: dat de afstanden tusschen de liniën voornamelijk afhangen van het terreinde achterste echelons mogen niet lijden van het vuur op de voorste; bij manoeuvres bedragen de afstanden 300 a 400 M. bij het regiment en 400 a 500 M. bij de grootere afdeelingen; bij het defensief bedragen zij minder naar gelang van het terrein. Het Nederlandsche voorschrift geeft evenals het Indische alleen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 411