424
der Tweede Kamer Rooseboom verklaard had, dat de Regeering een
hoogleeraar zou uitnoodigen een Ontwerp-Wetboek van Militair
Strafrecht te vervaardigen, verscheen in het jaar 1889: „Ontwerpen
„van een Wetboek van Militair Strafrecht en daarbij behoorende
„Wetten met Toelichting, door H. van der Hoeven, professor te Lei-
„den." In hetzelfde jaar zag het licht het: „Verslag der commissie,
„benoemd door de Ministers van Justitie, van Marine en van Oorlog,
„om de ontwerpen van Mr. H. v. d. Hoeven, hoogleeraar te Leiden,
„uit een militair oogpunt te onderzoeken," en bij Koninklijke Boodschap
van den 10den September 1892, werd der Tweede Kamer der Staten-
Generaal een Ontwerp van een Wetboek van Militair Strafrecht aan
geboden, dat op denzelfden grondslag berust als het Ontwerp v.
d. Hoeven, welk laatste ontwerp echter, naar aanleiding van de op
merkingen der militaire commissie, hier en daar eenige wijzigingen
had ondergaan.
Ik voeg hieraan toe, dat in het jaar 1891 werd gepubliceerd het
„Ontwerp eener wet op de krijgstucht, ingevolge opdracht van dé Minis
ters van Justitie, van Marine en van Oorlog samengesteld door Mr. H.
„van der Hoeven, C- H. Bogaert, schout-bij-nacht, en H. P. J.
Hennus, kolonel der infanterie," terwijl onlangs dat ontwerp, om zoo
te zeggen onveranderd, door de Regeering ingediend is.
Hoe lang nu, zou ik willen vragen, zal het in de bestaande po
litieke omstandigheden nog wel duren voor en aleer omtrent het
Ontwerp-Wetboek van Militair Strafrecht eene beslissing zal zijn
gevallen
Ook in Indië zal de vervanging van het Crimineele Wetboek niet
vóór de in bewerking zijnde herziening van het algemeene materieele
strafrecht kunnen plaats grijpen, immers tusschen dit en het militaire
moet, evenals in Nederland, een enge samenhang in het leven ge
roepen worden.
Yolgens het bekende Regeeringsprogramma zal voorts, zoowel in
Indië als in Nederland, de revisie van het formeele militaire straf
recht Wet op de Rechtspleging en Instructie voor het Hoog Militair
Gerechtshofeerst aan de beurt zijn, wanneer die van het materieele
tot stand is gekomen.
En is het dau te veel gezegd, den tragen gang der herziening van