429 notiëu van recht eigen te maken. Alléén zij, die gedurende een zeker aantal jaren als officier in de gelederen gediend hebben, en zich gedurende, hun diensttijd door goede militaire eigenschappen onder scheiden hebben, begiftigd zijn met een helder verstand, werklust en een flink karakter, moeten aan de hoogeschool worden toegelaten. Na het beëindigen hunner studiën worden zij, ten einde practische ervaring op te doen, toegevoegd aan burgerlijke en militaire recht banken. (Militargerichts-Praktikant). Ben ik goed ingelicht, zoo is thans reeds in Nederland een leer plan vastgesteld, dat gevolgd zou moeten worden door de officieren, die zich aan eene hoogeschool speciaal op de rechtswetenschap wen- schen toe te leggen. Ik voeg hieraan toe, dat in het Pransche, Italiaansche en Russi sche leger o. a. de studie van het strafrecht zeer aangewakkerd en bevorderd wordt. In Frankrijk halen verscheidene officieren het licenciaat of doctoraat in de rechtenin Rusland heeft men te St. Petersburg eene militaire rechtsschool met driejarigen cursus, en het getal adspiranteu over treft telken jare dat der opengestelde plaatsen. G. klaagt over de wijze, waarop in Indië de theorieën over het strafrecht bij de korpsen gehouden wordenhet spreekt echter van zelf, dat zoodra men eenmaal een kern van officieren bezit, die zich speciaal op rechtskundig gebied bewogen hebben, de theorieën zeer vruchtdragend zullen worden, en mitsdien aan het beoogde doel zullen beantwoorden. Na deze noodzakelijke uitweiding over onderwijs en opleiding, kan ik de door mij gewenschte samenstelling van een krijgsraad aangeven. Mijns inziens moet de krijgsraad uit een voor vast benoemd en een tijdelijk gedeelte bestaan, en moet het burgerlijk element niet, zooals in Frankrijk, Rusland en Engeland, geheel geweerd worden, doch evenmin zal men daaraan, zooals in Beiereu, te veel zetels moeten afstaan. Het aantal leden stel ik b. v. op vijf, waarvan twee een burger en een geivezen militair voor vast benoemd worden, en geheel onder dezelfde bepalingen vallen als de leden der gewone rechterlijke ma cht. Dl. I, 1894. 28

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 444