484 van en de belangstelling in het militair strafrecht in de juristen wereld. Volgens het Belgisch ontwerp wordt een der leden van de gewone rechtbanken aangewezen om voor eeue periode van niet langer dan drie jaar als krijgsraadslid zitting te nemen. Zou men in Indië ook niet een dergelijken maatregel kunnen treffen, vooral daar waar de krijgs raden slechts weinig zaken in behandeling behoeven te nemen? In België is de vraag gerezen, wie als president moet optreden; de hoofdofficier of wel het burgerlid. Ziehier wat ik daaromtrent in het rapport (1892) aangeteekend vind: „Au conseil de guerre, la mission propre du juge consiste a statuer „sur des délits et des crimes essentiellement militaires, et alors „même qu'il s'agit de délits de droit commun il est absolument ex- „ceptionnel qu'ils ne se rattachent point d'une manière ou d'une „autre a quelque infraction plus ou moins graves aux lois de la „discipline. De la cette conséquence qu'une partie essentielle, sinon „la principale, de l'instruction a l'audience doit porter nécessairement „sur des points de fait de la vie militaire. Pour les rechercher, „pour apprécier leur caractère extérieur, pour démêler, les circon- „stances qui déterminent le degré de leur gravité, il est indispensable, „non seulement de connaitre a fond les réglements, de posséder une „connaissance complete des usages, et des moeurs militaires, mais „encore d'avoir ce sentiment profond des exigences de la discipline „que i'on chercherait en vain chez ceux qui n'ont ni l'expérience, ni „la pratique de la vie militaire." De hiervoor genoemde commissie van het jaar 1841 achtte het reeds noodzakelijk, vooral met het oog op het door haar voorgestelde stelsel van mondelinge debatten, bij de krijgsraden een vasten president (een op nonactiviteit of op pensioen gesteld hoofdofficier) aan te stellen. Mijns inziens vordert ook het prestige van den krijgsraad, dat de vergaderingen door een militair geleid worden. Het Belgisch ontwerp wil dat de militaire leden ook de presi dent bij toerbeurt benoemd worden, en slechts voor den duur van één maand. Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat het bur gerlid voor den tijd van drie jaar kan zitting nemen, dat men in België, althans tot dusver, ook niet yeel zorg besteedt aan de op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 449