35
Van den aanvang af ter verkenning vooruit, zien wij de cavalerie
flink voorwaarts gaan, hellingen worden beklommen en afgedaald,
het vuur van den vijand doet den cavalerist de beklimming niet
staken, in tijds worden de heuveltoppen verkend en van den uitslag
der verkenning vlug kennis gegeven, verlaten versterkingen worden
vastgehouden tot de infanterievoorhoede is opgerukt, flanken worden
beveiligd, in één woord, de cavalerie van haar kant doet alles om
verspilling van krachten bij den infanterist te voorkomen en onnoodig
tijdverlies te besparen.
Voor het eerst zien wij gedurende deze Edi-expeditie de cavalerie
zelfstandig ter verkenning vooruitgaan naar belangrijke vijandelijke
terrein voor werpendit was het geval met de verkenning van de
Boekit Moedang Ara Pontong (blz. 300) en van de vijandelijke
stelling Pedawa Pontong (blz. 363).
De groote voordeelen, door dit optreden verkregen, blijken uit de ont
vangen berichten. Wij zien toch ten 9 u. 45 m. v.m. de cavalerie zelf
standig ter verkenning naar Pedawa Pontong vooruitgaan en reeds om
10 uur v.m. werd het volgend bericht aan den Bevelhebber verzonden
„Huis Toekoe Ladang Bahroe en benting met missigit door cavalerie
„verlaten bevonden."
Toch zijn ons een paar handelingen niet duidelijk en wel
1°. Waarom kreeg de 2e colonne geen cavalerie mede en was bij
de le colonne de geheele ruiterij ingedeeld.
2°. Op bericht N°. 8 blz. 363 was het niet noodig geweest
de geheele cavalerie ter verkenning te zendenhierdoor toch
waren de bataljons geruimen tijd van 10tl. 20m. v.m.
tot 2u. 15m, n.m.van cavalerie ontbloot.
3°. Waarom de Bevelhebber de cavalerie weder met zich nam
De tiveede tocht van de colonne Halewijn naar Bagoli
en Oleli Gacljali. 30 Juni1 Juli 1890.
Uit de omstandigheid dat, trots de moeielijkheden aan een ver
voer van cavalerie in tongkangs verbonden, toch bij dezen tocht een
officier en 15 cavaleristen werden ingedeeld, mag men gerust aanne
men, dat in het algemeen de diensten der ruiterij zoodanig gewaar-