442
danten niet geheel van de zorgen die het bewaren van compagnies-
en menagegelden Voor hen oplevert. Nog steeds zullen zij fondsen
onder zich hebben die zij bij diefstal zullen moeten vergoeden.
De door II gewenschte verstrekking van geldkisten is een meer
afdoende maatregel. Mijn voorstel is dus minder goed dan het Uwe.
Ik erken dit ten volle, en hecht er aan, dit hier te verklaren, op
dat men mijn opstel niet aanmerke als een poging om het nut en
de noodzakelijkheid van de invoering van compagniesgeldkisten te
ontkennen.
Als surrogaat echter, en in afwachting van betere tijden, kan
mijn voorstel misschien nuttig zijn, want het heeft de verdienste
van geen extra-uitgaven te vorderen, een verdienste waarvoor men
in de tegenwoordige bezuinigingsperiode niet ongevoelig raag zijn.
"W. L. Kraal.
Magelang15 Maart 1894.