445 van het leger hier te lande, mits steeds voorzien van de rangs distinctieven, die daarbij voor dat leger gelden. 7. De adjudanten van den Gouverneur-Generaal dragen de uniform van het wapen waartoe zij behooreu, met nestels van het voorgeschreven model. Op de mouwen van de atilla vervalt echter de versiering met kemelsharen tres in de uitmonsteringskleur, en wordt vervangen door eene platte verzilverde tres, drie millimeter breed, overeenkomstig plaat I, fig. 2. 8. De adjudanten van opperofficieren dragen de uniform van het wapen waartoe zij behooren, behoudens wijziging van de versiering op de mouwen van de atilla, geheel overeenkomstig het bepaalde bij 7 hierboven. 9. De officieren van den geueralen staf dragen de uniform van het wapen waartoe zij behooren, behoudens wijziging van de versiering op de mouwen van de atilla, overeenkomstig het bepaalde bij 7 hierboven, zijnde echter die versiering een platte vergulde tres. 10. Voor de subalterne officieren der militaire administratie is de kraag der atilla geheel van karmozijnrood laken. 11 De hoofd- en verdere officieren-magazijnmeester, bij de verschillende wapens en dienstvakken, dragen de uniform van hun wapen of dienstvak, met een oplegsel op de kraag der atilla van laken in de uitmonsteriugskleur, overeenkomstig plaat I, fig. 3. Zoowel het galon der hoofdofficieren als de sterren voor de aanduiding van hunnen rang en van dien der subalterne officieren, wordeu aange bracht onmiddellijk achter het zooeveu genoemde belegsel. 12. De kraag der atilla van de paardenartsen is van rood- ponceau laken. 13. De officieren van gezondheid, de paardenartsen en de mili taire apothekers dragen op de mouwen der atilla geen versiering in de uitmonsteringskleur. Zij wordt vervangen door een bies van het laken der atilla. 14. De voorschriften, door den Commandant van het leger en Chef van het Departement van Oorlog in Nederlandsch-Indië te geven, krachtens 1, puut b en 4 voormeld, worden door den Minister van Koloniën, voorzooveel noodig gewijzigd, van kracht verklaard voor de in Europa vertoevende officieren van het leger in Ne der landsch-Indië. Dl. I, 1894. 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 460