451 De atilla, voorzien van gulpsluiting, heeft twee rijen, elk van vijf gebombeerde knoopen, van geel of wit metaal, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 1, 1, punt a, en overigens overeen komstig de tot dusver voorgeschreven modellen, de kraag der atilla is hoog drie a drie en een hal ven centimeter. Zij heeft voor het niet bereden personeel, dat in tegenstelling met het bereden personeel de sabelkoppel boven de atilla draagt, aan de linkerzijde een losse passant van serge, lang twaalf, breed twee en een halveu centimeter, zijnde die passant vastgehecht met twee kleine metalen knoopen. Zij heeft aan de achterzijde in de panden twee zakken en in de linkerborst aan de binnenzijde eén zak, in de voering van grijs katoen. 2. De pantalon is van het tot dusver voorgeschreven model, maar ter weerszijden voorzien van een bies van wollen tres, in de uitmonsteringskleur, breed vijf millimeter. Artikel 7. 1. De met serge bekleede helmhoed der militairen beneden den graad van adjudant-onderofficier is voorgesteld op plaat Y en op plaat YI, fig. 2, 5, 6 en 8. Hij komt in hoofdzaak overeen met dien der officieren, behoudens de volgende verschillen al het metaal is blinkend; de klep is in het midden aan de voorzijde drie en zestig milli meter breed, ter weerszijden drie centimeter, en aan de achterzijde zes en zeventig millimeterzij is aan de achterzijde lang tien a elf centimeter; de helmhoed is hoog zonder versieringen, zeventien a negentien centimeter met overeenkomstig de teekening gewijzigde dekplaat (plaat YI. fig- 5, 6 en 8) achttien a twintig centimeter; met, overeenkomstig de teekening gewijzigden sluitdop (plaat YI, fig, 5 en 8), achttien en een halven a twintig en een lialven centimeter, en met de puntversiering vijf en twintig a zeven en twintig centimeter de kokarde is voor militairen beneden den graad van onderofficier van oranje-geverfd zink;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 466