UITSLUITEND MEERLADER OF ENKEL-TEVENS MEERLADERf Met belangstelling las ik het artikel van Fandio in de 9e aflevering van den jaargang 1893 van dit Tijdschrift, naar aanleiding van mjjn korte beschouwingen over het geweer van 6.5 mM. in de 5° aflevering. Evenals de vroegere artikelen van Fandio over de schietopleiding onzer infanterie, verdienen ook thans zijn beschouwingen over de tactische eischen, aan een niouw geweer te stellen, ten volle de aandacht. En daar ik zijn gevoelen deel, dat het nuttig kan zijn, deze quaestie van meer dan één zijde te beschouweu, ga ik er toe over, het onder werp nogmaals ter sprake te brengen. Het wil mij toch toeschjjnen, dat de zienswijzen van Fandio en van mij principieel niet belangrijk uiteenloopen, al komen wij tot een verschillende conclusie bij de beantwoording der vraag, aan het hoofd van dit opstel geplaatst. De redenen, die mij voeren tot de slotsom, dat ons toekomstig goweer met gevuld magazijn ook als enkellader moet kunnen dienen, heb ik in mijn eerste artikel slechts in het kort ontvouwd. Zooals zoo menigmaal het geval is, doet ook hier de motiveering der tegengestelde conclusie van Fandio, dat een uitsluitend tot pak jeslading ingericht geweer de voorkeur verdient, mij zien, in welke opzichten ik aanvankelijk onvolledig of minder duidelijk ben geweest. Bij de nadere ontwikkeling mijner zienswijze zal ik mij onthouden van verwijzingen naar de twee vroegere artikelen van Fandio en van mij, omdat dergelijke verwijzingen het lezen bemoeilijken. Het is mij ook niet te doen, om mjjn oorspronkelijk opstel woord voor woord te verdedigen tegen een wederlegging; trouwens ik be schouw Faudio's artikel, althans wat een deel zijner argumenten betreft, eerder als een nuttigo aanvulling van het mijne. En voor zoover er verschil tusschen ons mocht blijven bestaan, is het mij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 47