472 g. het gebruik van het infanteriegeweer, h. de handelingen bij gelukten of mislukten aanval, i. de handelingen bij gelukte of mislukte verdediging, en j. het onderscheid tusschen de gevechten naar gelang van het doel, waarmede zij geleverd worden. Uit de nalezing van hetgeen de verschillende gevechtsvoorschriften omtrent deze zaken geven, kan elkeen zich gemakkelijk een denk beeld vormen van hetgeen daaromtrent in een gevechtsvoorschrift moet worden opgenomen en van hetgeen er uit moet wegblijven. De beslissing in deze schifting moet geheel aan het oordeel van even- tueele samenstellers van een gevechtsvoorschrift worden overgelaten. Door in dit opstel tot zulk eene schifting over te gaan zou het geheel eerstens veel te uitgebreid worden en tweedens al te zeer het karakter van een ontwerp gevechtsvoorschrift aannemen, terwijl het denkbeeld dat bij deze studie vooropstond alleen was, eene poging te wagen om de beginselen aan te geven waarvan men bij de samenstelling van een gevechtsvoorschrift moet uitgaan, en om de aandacht te vestigen op de wijze waarop elkeen voor zich de leemten van ons bestaande voorschrift zou kunnen aanvullen. Ik wensch mij dan ook nog alleen te bepalen tot het bespreken van enkele der voornaamste zaken waarop bij het zuivere infanterie- gevecht moet worden gelet, in verband met hetgeen het Indische voorschrift betrekkelijk die zaken geeft, en begin daartoe met: a. de orde waarin zal gevochten worden. Deze is volgens het Indisch voorschrift drieërlei, n. 1. gesloten, gesloten met tusschenruimten en verspreid. Ik zou al dadelijk willen voorstellen de tweede vechtwijze, die in geen der andere gevechtsvoorschriften voorkomt, de vechtwijze in „geopende orde" te noemen; dat lijkt gemakkelijker. Over die verschillende vechtwijzen is reeds zeer veel geschreven; ik geloof dat men tegenwoordig vrij wel kan toegeven dat, als men maar kon, men het liefst in gesloten orde zou vechten, doch dat dit in den strijd tegen Europeesche vijanden eenvoudig onmogelijk ge worden is, en men tegen dien vijand wel in verspreide orde vech ten moet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 487