476 een halt om dezen door vuur te schokken en eindelijk een stormloop om hem uit zijne stelling té verjagen. Het voorwaarts gaan geschiedt zoo lang mogelijk met gesloten sectiën, dan met gesloten groepen en eindelijk verspreid. Treden er verliezen in, dan geschiedt het vooruitrukken in den looppas, met sprongen die door de tirailleurs van elke compagnie tegelijk verricht worden, als dit noodig blijkt met gelijktijdige inzetting van soutiens. De halt voor het snelvuur wordt op hoogstens 100 M. van den vijand gehouden, de soutiens zijn dan alle in de linie. De stormaanval is, evenals overal elders, een wedloop om het eerst in de vijandelijke stelling te zijn. Bij de regels voor het terreinwinnen wijst het Duitsche voorschrift op de noodzakelijkheid van het,, sparen der krachten", en dit te meer, daar onder sommige omstandigheden de uiterste krachtsinspanning van de troepen moet kunnen gevorderd worden. Met het oog op dat beginsel van,, sparen der krachten" geschiedt het avanceeren der tirailleurs daar, evenals bij ons in den regel met den gewonen pas. De looppas wordt alleen gebruikt in de gevallen waarin ook volgens ons voorschrift sprongsgewijze geavanceerd wordt, doch volgens het Duitsche voorschrift geeft die wijze van vooruitrukken aanleiding, dat veel krachten verbruikt worden, en het avanceeren lichtelijk lang zamer geschiedt". ,,Ook moet de groote, met eiken sprong toenemende moeilijkheid om de tirailleurs tot voorwaarts gaan te brengen, tot voorzichtigheid in het gebruik van het sprongsgewijze voorwaartsrukken aanmanen!" „Men moet daarom steeds trachten om onafgebroken voorwaarts te gaan; het zich lang ophouden onder het vuur van een beter gedekten tegenstander moet tot groote verliezen aanleiding geven!" Het Duitsche voorschrift hecht er dus zeer veel waarde aan om de manschappen,, op adem" te hebben als zij tot den stormaanval overgaan, en m. i. zeer terecht, want van aanhoudend met den looppas vooruitgerukte soldaten kan men geen vaste hand bij het schieten en geen groote krachtsinspanning bij het gebruik van het stootwapen meer verwachten, als zij bij den vijand komen. Alleen de enorme

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 491