477
opwinding doet hen dan nog daden verrichten, die men physiek voor
niet mogelijk zou houden.
Hier komt de moreele factor den aanvoerder zeer te hulp, doch
het is de vraag of men het op dien factor mag laten aankomen? Hoe
zal hij werken bij een afgeslagen stormaanval?
Daarom dan ook een langzaam avanceeren geëischt; aan dien eisch
zal voldaan worden zoolang het kan; houdt dit kunnen op, dan een
avanceeren met sprongen, maar vóór alles geene doodvermoeide soldaten
op den afstand van waaruit de laatste stoot moet worden toegebracht!
Dat langzame, kalme, bedaarde avanceeren zal ons misschien een
paar man meer doen verliezen door vuur, doch het geheel op adem voor
den vijand brengen en zeker veel verliezen door uitputting voorkomen.
Of dat vooruitrukken nu door eene geheele linie tegelijk of door
gedeelten moet geschieden, hangt geheel van omstandigheden af; de
troep moet de beide wijzen van vooruitrukken kennen.
Het middel om door het inzetten van soutiens eene tot staan
gekomen linie weer tot vooruitgaan te brengen wordt daarbij door
alle voorschriften aangeprezen.
Zeer zeker moet het vooruitrukken doorgezet worden tot zoo dicht
mogelijk bij den vijand; tegenover den Inlandschen vijand, zooals
het Indische voorschrift dit wil, tot op hoogstens 100 M.
Tegenover den Europeeschen vijand komt die afstand veel te
klein voor. Hij, die tegenover dien vijand tot op 100 M. kan voor
uitrukken om daar het snelvuur af te geven, kan dat laatste wel
achterwege laten en in één trek doorloopen; 2 a 800 M. zal hier
wel de uiterste grens zijn.
g. het gebruik van het infanteriegeweer.
In het goed gebruik van het vuurwapen ligt de geheele kracht
der infanterie. Die kracht is zóó groot dat, volgens het Duitsche
voorschrift, infanterie die kalm blijft eiken frontaanval kan afslaan
en niets van cavalerieaanvallen heeft te vreezen.
Het kalm blijven wordt hier als eenige voorwaarde genoemd,
zeker omdat men onderstelt dat infanterie die kalm is, haar wapen
ook goed gebruiken zal.
Over het richtige gebruik van het vuurwapen, bestaat echter nog