484
Wat nu eindelijk het gebruik van den gevechtstrein aangaat, hier
dient het voorschrift in de eerste plaats te zeggen wat als regel tot
den gevechtstrein zal behooren, n.l. zeker een deel der reservemunitie
en de ambulance en misschien ook wei een deel van den mondvoorraad*
Op dit laatste ga ik hier niet verder door, van hoeveel belang
mij dit ook voor de oorlogen in de tropen voorkomt, doch hoop ik
er ter gelegener tijd wel eeDs op terug te komen.
Yerder moet het voorschrift zeggen, wie de onderdeelen van den
gevechtstrein zullen commandeeren, bataljons- en batterijsgewijze en
hoe aan de bataljonsgevechtstreinen de geschiktheid zal gegeven
worden om zich te splitsen naar het aantal compagnieën, waarbij het
van zeer veel belang is dat van elke compagnie het noodige aantal
manschappen en kader bij het eigen treingedeelte wordt ingedeeld.
Ook zonder er in vredestijd een kostbaren, uitstekend ingerichten
gevechtstrein op na te houden kan in deze richting zeer veel worden
gedaan, als men maar eens begon om uit de compagnieën te halen
wat men er voor den trein bepaald uit halen moetde mindere
manschappen, die men dan voor het gevecht overhoudt, worden later
misschien nog wel eens aangevuld.
In ieder geval is het beter om 100 man op expeditie te zenden
met een goed werkenden trein, dan 125 met een trein, die verkeerd
werkt en daardoor aanleiding geeft, dat de ziekte- en sterftecijfers
zulk eene verbazende hoogte bereiken.
De munitieaanvulling bij de artillerie wordt in de exerceervoor
schriften van dat wapen geregeld; die van de Indische infanterie
wordt behandeld in de 88 92 van het gevechtsvoorschrift.
In die wordt niet gezegd hoeveel patronen per man bij den
gevechtstrein komen, en wordt de bepaling aangetroffen dat een
gedeelte er van vóór het gevecht kan worden uitgereikt. Deze
bepaling nu, is veel te onbestemd; tegenover den Europeeschen vijand
in gevecht komende moet de reservemunitie wel worden uitgereikt;
tegenover den Inlandschen vijand is het dikwijls geheel onnoodig,
dat zulks plaats heeft.
Hetzelfde euvel van onbestemdheid kleeft ook de paragraaf aan,
waarin gezegd wordt: dat van eiken stilstand in het gevecht voor
munitieaanvulling gebruik kan worden gemaakt.