490 rieven opgemaakt. Het behoeft echter geen betoog, dat men langs den weg der becijfering alleen, nimmer tot eene eenigszins betrouw- baie voorstelling zal kunnen komen van hetgeen den soldaat in zijn voedsel geboden wordt. Afgezien nog van het gemis aan gegevens omtrent de samenstel ling der Indische voedingsmiddelen, zij er slechts op gewezen, dat er een niet onbelangrijk verschil kan bestaan tusschen hetgeen per hoofd en in natura heet verstrekt te worden en hetgeen de soldaat in werkelijkheid in toebereiden vorm ontvangt. Daarbij komt, dat een gewichtig deel van het rantsoen, n.l. dat, hetwelk uit de menage wordt verstrekt, een eenigszins nauwkeurige berekening niet toelaat, aangezien omtrent de keuze daarvan in de bestaande voorschriften tamelijk veel vrijheid wordt gelaten. Wij hebben alleen het voedsel van den Europeeschen soldaat on derzocht. De reden, waarom wij de voeding van den Inlandschen soldaat buiten beschouwing hebben gelaten, is gelegen in de onmo gelijkheid om na te gaan, wat deze, met vrouw (en kroost) te zamen etende, feitelijk verbruikt. Daarentegen is ons meermalen door goed ingelichte zegslieden verzekerd, en ook wij hebben persoonlijk den indruk gekregen, dat een gezond en lichamelijk flink ontwikkeld Europeesch soldaat aan zijn rantsoen in den regel wel genoeg heeft, doch dat van den an deren kant velen er doorgaans niet noemenswaard van overhouden, ook zonder het met eene vrouw e.a. te deelen. Dit neemt iutusschen niet weg, dat wij gaarne wat nauwkeuriger hadden onderzocht, hoeveel de soldaat over 't geheel genomen werkelijk van zijn rantsoen verbruikt, en in de tweede plaats, hoeveel daar nog bij komt van hetgeen hij zich buiten de gewone maaltijden van zijn soldij aanschaft. Wij hebben echter van deze pogingen moeten afzien, omdat zij blijkbaar te hooge eischen stellen aan de betrouwbaarheid van den soldaat als proefobject voor wetenschappelijke doeleinden. Ieder, di met de eigenaardigheden van den soldaat en het soldatenleven wat meer van nabij bekend is, zal dit onmiddellijk toegeven. Yan daar, dat wij er ons toe bepaald hebben de quantitatieve samenstelling te onderzoeken van het rantsoen, zooals het in de bekende etensblikjes uit de compagnieskeuken aan de manschappen verstrekt wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 505