41 beide opzichten ver bij ons achter en zal hij ons wel nimmer inha len, veel minder voorbijstreven. En wat eveneens zwaar weegt: in Indië behoeft men zijn conclu- siën niet te gronden op abstracte theorieën of op een oorlogsonder vinding van verouderde dagteekening, maar heeft men bij voortdu ring een vertrouwbaren wegwijzer in een zeer rijke ervaring te velde, welke bij wijze van spreken tot op den huidigen dag bij is. Veilig kunnen wij dus, zooals ook Fandio doet, onze tactische regels gronden op de lessen, die onze krijgsgeschiedenis voortdurend gegeven heeft en nog steeds geeft. Wij staan daarbij op veel vaste- ren bodem dan de Europeesche legers, die aan hunne, in een lang- durigen vredestijd opgebouwde theorieën wellicht den genadeslag zullen toegebracht zien in de eerste veldslagen, die zij zullen hebben te leveren, zooals de geschiedenis van zoo menigen oorlog bewijst. In de meeste gevallen nu voeren wij het gevecht aanvallend en wel tegen een vijand, die zich in een of meer versterkingen genes teld of althans de verdedigbaarheid van eeuig terreindeel of terrein- voorwerp op vluchtige wijze verhoogd heeft. 's Vijands vuuruitwerking is bijna nimmer zoo groot, dat zij op zichzelve in staat zou zijn, het voortdringen van een vastbesloten troepenafdeeling tot aan de bezette stelling te beletten. Terwijl het, bij den strijd tusschen twee Europeesche legers, een bepaalde onmo gelijkheid geacht wordt, aan een verdrijven van den verdediger uit zijn positie te denken, vóórdat hij door het overmachtig vuur van den aanvaller in hooge mate geschokt is, zijn de voorwaarden voor het slagen van den aanval in onze oorlogvoering gemakkelijker. Men zou zich een élite-troep kunnen denken, die bij alle aanvallen op een Inlandschen vijand zonder ophouden voortdrong en, zonder een schot te lossen, steeds diens stelling bereikte, iets dat in de Europeesche oorlogvoering geheel onmogelijk zou zijn, om de eenvou dige reden, dat het vuur van den verdediger alle aanvallers buiten gevecht zou stelleD. Maar zulk een élite-troep is ook in Indië slechts een illusie. Onze troe pen, goed als zij zijn, hebben in de meeste gevallen uoodig, dat hun de aanval door het eigen vuur gemakkelijker wordt gemaakt. Dit vuur brengt den yijand verliezen toe, tempert zijn strijdlust, belet hem

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 50